Vliegtijd & gedrag
Half mei-eind augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Perzikkruiduil
Rups: juli-oktober; of, als de rups overwintert, tot in het voorjaar. De rups, die zowel in een groene als in een bruine vorm voorkomt, foerageert ´s nachts en rust overdag op de waardplant; soms wordt de rups ook 's middags fouragerend aangetroffen. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond en soms als rups.

Rups

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
Het Iberisch schiereiland, de meeste landen van Europa en tot Oost-Azië. Naar het noorden tot Schotland, Zuid-Scandinavië en Rusland en verder tot voorbij Siberië. In het zuiden het Middellandse Zeegebied, de Zwarte Zee, Noord-Iran en Midden-Azië.
Benaming
- Engelse naam Dot Moth
- Duitse naam Flohkrauteule
-
Franse naam
le Polygonière
la Noctuelle de la persicaire - Oud Nederlandse naam bastaardhoornrups
-
Synoniemen
Mamestra persicariae
Polia persicariae
Hadena persicariae
Hadena accipitrana
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Bij de keuze van perzikkruiduil is de wetenschappelijke soortnaam doorslaggevend geweest. Zie verder bij 'toelichting wetenschappelijke naam'.In tuinbouwkringen wordt deze soort ook al decennia-lang aangeduid met perzikkruiduil. Meer over Nederlandse namen Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Melanchra: melas, melan- is zwart en khros is kleur. Naar de donkere grondkleur.persicariae: persicaria is een boom waar perziken aan groeien, later ook gebruikt voor Polygonum persicaria, perzikkruid, vanwege de gelijkenis van de bladvorm. Perzikkruid is een voedselplant van deze soort.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1761)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-21 mm. Deze uil is meestal te herkennen aan de opvallende witte niervlek die fel afsteekt tegen de glanzende zwartachtige voorvleugel en waarin vaak een grijsachtig half maantje te zien is. Er zijn echter ook exemplaren zonder opvallende witte niervlek. Ook de lichte golflijn en de vlekjes langs de voorrand zijn doorgaans goed zichtbaar; verder is de tekening slechts vaag zichtbaar. De kleur kan enigszins variëren; soms is de voorvleugel blauw- of bruinachtig getint. Op het borststuk bevindt zich een bosje roodbruine haren.