Vliegtijd & gedrag
Half juni-half september in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere distels en koninginnenkruid.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Plat beertje
Rups: augustus-mei. In het voorjaar worden rupsen overdag soms zonnend aangetroffen op boomstammen, muren of paaltjes. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich in een cocon in een bastspleet of tussen stenen.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch schiereiland via West-Europa, inclusief het zuiden van Engeland, en via de gematigde zone tot Oost-Azië. Naar het zuiden tot het noordelijke Middellandse Zeegebied via Midden-Italië en de Balkan tot Klein-Azië en naar het noorden tot Midden-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Common Footman
- Duitse naam Grauleib-Flechtenbärchen
-
Franse naam
la Lithosie complanule
la Lithosie plombée -
Oud Nederlandse naam
beukenmosbeer
blauwgrijze korstmosspinner
korstmosvlinder -
Synoniemen
Lithosia lurideola
Lithosia plumbeola
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De aanduiding beertje heeft deze soort gemeen met de kleinere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken. In tegenstelling tot de kokerbeertjes (Eilema pymaeola en Eilema complana) houdt dit beertje de vleugels plat boven het lichaam, een kenmerkend onderscheid met de andere beertjes. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eilema: eilema is een sluier, een voile; een aantal soorten in dit genus houdt in rust de vleugels helemaal rond het lijf gerold alsof ze zich afzonderen onder een sluier. Zie ook bij E. complana. Spiris heeft dezelfde strekking.lurideola: luridus is bleek geel, naar de kleur van de streep langs de costa van voor- en achtervleugel.
Auteursnaam en jaartal
(Zincken, 1817)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-17 mm. Langs de voorrand van de loodgrijze voorvleugel ligt een duidelijke contrasterende gele streep, die in de richting van de vleugelpunt steeds smaller wordt of zelfs verdwijnt voordat deze bereikt is. De achterpoten zijn grotendeels geel. De achtervleugel is lichtgeel en heeft soms een grijze veeg langs de voorrand. De vlinder houdt in rust de vleugels plat boven het lichaam.