Verspreiding
Levenscyclus
Populierengroenuil
Rups: augustus-september. De rups leeft aan de uiteinden van de takken van de waardplant in bijeengesponnen bladeren. De verpopping vindt plaats in een perkamentachtige, bruine cocon.
.webp)
Vlinder

Museum
Verspreiding
Midden- en Zuid-Europa. De zuidelijke grens loopt via de lijn: Zuid-Spanje - Sicilië - het Griekse vaste land - Roemenië en de noordelijke Zwarte Zeekust tot de oostelijkste vindplaats Uralsk.
Benaming
- Duitse naam Silberpappel-Kahneulchen
- Franse naam la Halias du peuplier
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De groenuilen hebben groen op de voorvleugels.Zilverpopulier is voor deze groenuil een belangrijke waardplant. Zilverpopulier zit ook in de Duitse soortnaam. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Earias: ear is het voorjaar. Dit wijst op een paar soorten met groene grondkleur binnen dit genus; groen de kleur van nieuwe bladeren in de lente. Zie ook A. praecox en D. aprilina.
Auteursnaam en jaartal
(Fabricius, 1787)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 10-12 mm. Dit visstaartje heeft dezelfde dakvormige rusthouding als de even grote kleine groenuil (E. clorana). De kleur is grijsachtig groen. Het zoomveld is donkerder gekleurd dan de rest van de voorvleugel en gaat via een smalle geelbruine zone over in de franje die helder afsteekt en aan het uiteinde wit gekleurd is. De voorrand van de voorvleugel is witachtig. Over de vleugel lopen twee, enigszins vage, maar goed zichtbare donkergroene dwarslijnen die niet evenwijdig aan elkaar lopen; de binnenste vertoont een golvend zigzagverloop. De achtervleugel is wit met een groenige bestuiving aan de achterrand en op de franje.