Vliegtijd & gedrag
Eind april-half augustus in twee generaties. De vlinders komen goed op licht; de mannetjes meestal na middernacht, de vrouwtjes eerder en in kleinere aantallen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Populierenpijlstaart
Rups: juli-oktober. De soort overwintert als pop in de grond in de buurt van de waardplant.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van noordwest-Afrika via heel Europa tot de 65e breedtegraad, alleen niet in Zuid-Griekenland en in het zuiden van het Iberisch schiereiland. Naar het oosten tot de Zwarte Zee en verder naar Siberië en het verre Oosten.
Benaming
- Engelse naam Poplar Hawk-moth
- Duitse naam Pappelschwärmer
- Franse naam le Sphinx du peuplier
-
Synoniemen
Smerinthus populi
Amorpha populi
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Pijlstaart verwijst naar het staartje of 'pijl' op het laatste segment van de rups. Populier is een belangrijke waardplant voor deze soort. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Laothoe: Laothoe is een van de vrouwen van Priam, koning van Troje. Ook een familienaam met dezelfde strekking als Smerinthus, zie S. ocellata.populi: Populus is het plantengeslacht populier, de waardplant.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 30-46 mm. De vleugeltekening van deze pijlstaart varieert nauwelijks. Kenmerkend zijn de kastanjebruine vlekken tegen de binnenrand van de achtervleugel. In rusthouding steekt de achtervleugel soms een heel eind onder de voorrand van de voorvleugel uit. Sommige individuen hebben een sterke rozeachtige of violette tint op de vleugels. Er komen ook bruingele vlinders voor; dit betreft vaker vrouwtjes dan mannetjes.