Vliegtijd & gedrag
Half mei-begin september in twee generaties. De vlinders komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Prachtstipspanner
Rups: augustus-mei en juli. De rups overwintert en verpopt zich in losse aarde.

Vlinder

Museum
Verspreiding
Van Noord-Afrika en het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa (inclusief de Britse eilanden) naar het oosten tot Rusland en de Kaukasus; in het noorden tot Denemarken, Bornholm, Zuid-Zweden en de Baltische staten; in het zuiden: de Middellandse Zee, Italië, de Balkan, Klein-Azië, Jordanië, Noord-Iran, Toerkmanistan en Pamir.
Benaming
- Engelse naam Mullein Wave
- Duitse naam Randfleck-Kleinspanner
-
Franse naam
la Frange picotée
l'Acidalie changée -
Synoniemen
Sterrha marginepunctata
Acidalia marginepunctata
Acidalia promutata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De stipspanners hebben een meer of minder duidelijke middenstip op voor- en ook vaak op achtervleugels. Nagenoeg alle Scopula's en Idaea's zijn stipspanners. Pracht is een goed voorvoegsel voor deze fraaie stipspanner. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Scopula: scopula is een kleine borstel. Bedoeld wordt een uitschuifbaar schubbenborsteltje op het scheenbeen van een aantal mannetjes van dit genus.marginepunctata: margo, marginus is rand en punctum is stip of vlek. Dus met de rij zwarte vlekken langs de vleugelrand.
Auteursnaam en jaartal
(Goeze, 1781)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-15 mm. Heeft een karakteristiek patroon van zwartachtige lijnen, stippen en een variabele spikkeling op de roomkleurige voor- en achtervleugel. Op elke vleugel bevindt zich een zwarte middenstip. De franjelijn langs de achterrand van de vleugel bestaat uit kleine donkere streepjes. Zowel de kleur als de tekening zijn variabel.