Vliegtijd & gedrag
Begin juni-eind juli in één generatie. De vlinders worden vaak nectardrinkend waargenomen op kruiden van vochtige ruigten zoals blauwe knoop, echte valeriaan en kale jonker.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.
Levenscyclus
Purperstreepparelmoervlinder
Rups: begin april-half juni. De rupsen eten 's nachts en verbergen zich overdag vlak bij de bodem op de plant of in de strooisellaag. De verpopping vindt plaats aan de onderzijde van een blad van de waardplant. De soort overwintert als ei.
ei-afzet
De eitjes worden één voor één op de blaadjes afgezet en blijven zitten als de blaadjes afvallen. In het vochtige strooisel overwinteren de eitjes, maar soms komen ze al voor de winter uit en dan overwinteren de jonge rupsen daar.
rups en verpopping
De rupsen schuilen overdag vlak bij de bodem op de plant of in de strooisellaag en klimmen ´s nachts in de plant om te eten. De pop hangt aan de onderzijde van een blad van de waardplant.
vlinders
De vlinders worden vrij vaak nectardrinkend gezien op kruiden van vochtige ruigten zoals blauwe knoop, echte valeriaan en kale jonker. De dichtheid is doorgaans vrij hoog, 1 tot 16 vlinders per hectare.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 17-22 mm. De bovenkant van de vleugels is oranje met zwarte vlekken en stippen. De onderkant van de achtervleugel heeft geen witte of zilverkleurige vlekken, maar is voornamelijk geel met een violette band met donkere ringen.
Gelijkende soorten vlinder
Zie de braamparelmoervlinder.
Foto's
Rups
Cocon
Vlinder
Museum
Habitat
Verspreiding
Zeldzaamheid
Een uiterst zeldzame standvlinder. De soort was sinds 1962 uit Nederland verdwenen, maar af en toe duiken zwervende vlinders op, vooral in Zuid-Limburg.
Mobiliteit
In de literatuur wordt de purperstreepparelmoervlinder vermeld als een honkvaste vlinder.
Regionaal
In Nederland is de purperstreepparelmoervlinder altijd zeldzaam geweest. Hij kwam vooral in Zuid-Limburg voor, met name in de omgeving van Jabeek, Etzenrade en Kerkrade. De laatste populatie vloog tot 1962 bij Jabeek. Daarnaast heeft in Twente in 1959 en 1960 in het Voltherbroek een populatie gezeten. Af en toe worden zwervers gemeld, vooral in Zuid-Limburg, maar ook wel eens daarbuiten. De soort komt vlak over de grens in de Ardennen en Eifel voor, dus hervestiging hoort zeker tot de mogelijkheden. Op dit moment is er geen plek in Nederland met een flinke oppervlakte geschikt habitat.
Europa
Op Europese schaal is de purperstreepparelmoervlinder niet bedreigd en over het algemeen is het voorkomen stabiel. In België, Denemarken en Duitsland gaat de soort achteruit. In Wallonië staat hij op de Rode Lijst en in Duitsland in de categorie ´bijna bedreigd´.De dichtstbijzijnde populaties is op dit moment bij Aken; in de Eifel en de Ardennen is de soort nog relatief talrijk.
Mondiaal
De purperstreepparelmoervlinder komt in grote delen van Noord- en Midden-Europa voor.