Vliegtijd & gedrag
Eind mei-eind augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht. Overdag worden ze soms opgejaagd uit de hei.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Randstipspanner
Rups: juli-mei. De soort overwintert als rups en verpopt zich op de grond.

Vlinder

Museum
Verspreiding
Van Spanje via West- en Midden-Europa (inclusief Engeland), Polen, de Baltische staten, Rusland en tot Sachalin; in het noorden tot Midden-Scandinavië; in het zuiden: Sardinië en Italië en in het zuidoosten van Dalmatië tot Bulgarije en oostelijk daarvan tot Kazachstan.
Benaming
- Engelse naam Dotted Border Wave
- Duitse naam Weisslichgrauer Zwergspanner
- Franse naam l'Acidalie sylvestre
-
Synoniemen
Sterrha sylvestraria
Acidalia sylvestraria
Idaea straminata
Acidalia straminata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De stipspanners hebben een meer of minder duidelijke middenstip op voor- en ook vaak op achtervleugels. Nagenoeg alle Scopula's en Idaea's zijn stipspanners. Dit is zeker niet de enige stipspanner met een mooie rij stipjes langs de vleugelrand, maar doordat de verdere tekening egaal is, valt hier de rand extra op. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Idaea: idaios heeft betrekking op de berg Ida, de uitzichtplaats van waaruit de goden en godinnen de gevechten rond Troje volgden.sylvestraria: sylvestris is uit het bos. Dat strookt niet met de habitat. Het is ook mogelijk dat Hübner bij deze naam gedacht heeft aan Israel Sylvestre, een Franse enthomoloog en vriend van Fabricius.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1799)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 10-12 mm. De bruinachtig witte vleugels zijn fijn bespikkeld met zwartachtige schubjes. De gewoonlijk nogal onduidelijke gegolfde bruinachtige dwarslijnen variëren in intensiteit. Zowel op de voor- als de achtervleugel bevindt zich een duidelijke zwarte middenstip en een rij goed zichtbare, uit zwarte stipjes bestaande franjelijn langs de achterrand. Soms komt een kleinere en bruinere variant voor.