Vliegtijd & gedrag
Begin mei-begin augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Rietgrasuil
Rups: september-maart. De soort overwintert als volgroeide rups in de strooisellaag of op een andere beschutte plaats. De verpopping vindt plaats in de strooisellaag of in een dode holle plantenstengel.

Rups

Vlinder

Museum
Verspreiding
Europa en Azië tot de Amoer. In Europa noordelijk tot Schotland, Zuid-Noorwegen en Midden-Finland. Zuidelijk tot Zuid-Frankrijk, Noord-Italië, Roemenië en Bulgarije. Opgaven uit nog zuidelijker gebieden (Spanje, Sardinië, Midden-Italië) dienen nader onderzocht te worden.
Benaming
- Engelse naam Small Clouded Brindle
- Duitse naam Glanzgras-Grasbüscheleule
- Franse naam la Noctuelle de l'alpiste
-
Synoniemen
Luperina unanimis
Hadena unanimis
Parastichtis unanimis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.Rietgras is een belangrijke waardplant van deze soort. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Apamea: apamea is de naam van een stad in Klein-Azië waar Theodorus, een van de oude kerkvaders woonde; verder zonder enthomologische betekenis. Auteurs gebruikten wel vaker namen van steden in Klein-Azië en telkens met een kerkelijke achtergrond en zonder verdere enthomologische betekenis: Thyatira (Ochsenheimer) en nicaea (Prunner). Antiochus de Grote tekende in Apamea een vredesovereenkomst met de Romeinen (88 v.Ch) na de verloren slag bij Magnesia.unanimis: unanimus is het eens zijn, dezelfde mening hebben, harmonieus. Dit is ook weer zo'n probleemnaam zonder bevredigende verklaring. Velen gaven hun mening, maar steekhoudend is er geen.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1813)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-17 mm. Deze Apamea-soort is te herkennen aan de geringe grootte en de altijd duidelijk afstekende witte rand aan de holle achterzijde van de niervlek. De voorvleugel heeft een lichte tot donkere, roodachtig bruine of olijfbruine kleur en een variabel, soms ruw aandoend gemarmerd uiterlijk. Naast exemplaren met een gelijkmatig getekende voorvleugel zijn er vlinders waarbij de ringvlek en de niervlek, het wortelveld en de brede bandvormige binnenste zone van het zoomveld duidelijk afsteken tegen de donkerdere ondergrond. In het wortelveld liggen twee zwarte strepen: één in het midden en één bij de binnenrand van de vleugel. De streep in het midden vormt samen met de zwartachtige zijkant van de schouder een opvallende, forse zwarte veeg. Op de achtervleugel is een duidelijke halvemaanvormige vlek aanwezig, die bij andere Apamea-soorten ontbreekt.