Vliegtijd & gedrag
Deze soort vliegt in twee generaties en kan in alle maanden van het jaar worden waargenomen. De vlinders worden in het donker vaak foeragerend aangetroffen op smeer, overrijpe bramen, bessen van gelderse roos en bloemen van onder andere klimop. In mindere mate komen de vlinders op licht.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Roesje
Rups: mei-september. De verpopping vindt plaats in een cocon tussen samengesponnen bladeren, vaak aan het uiteinde van een tak. De soort overwintert als vlinder in schuren, bunkers, mergelgroeven, vochtige tunnels en kelders.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 19-23 mm. Deze opvallende en karakteristieke spinneruil is stevig gebouwd en heeft een brede voorvleugel die in rust tamelijk vlak ligt en een krom gebogen vleugelpunt heeft. De achterrand van de voorvleugel heeft diep ingesneden kartels. De voorvleugel is grijsachtig bruin met een roze of paarsachtige tint en is bestrooid met kleine donkere vlekjes. Van de witte centrale dwarslijnen valt vooral de dubbele buitenste dwarslijn op; deze maakt vlak bij de voorrand een scherpe bocht in de richting van de vleugelwortel. Kenmerkend is de oranje met geel gespikkelde veeg die vanuit de vleugelwortel naar het midden van de vleugel loopt en die in het middenveld, voorbij de opvallende witte stip, terugbuigt in de richting van de vleugelwortel. Een andere opvallende witte stip is aanwezig in de vleugelwortel. Langs de oranje veeg ligt een zwart met wit gespikkelde ader. Op het oranjebruine borststuk is een korte kuif zichtbaar en het mannetje heeft geveerde antennen.
Kenmerken rups
Tot 50 mm; lang en slank met een fluweelachtig uiterlijk; lichaam groen met over de rug een onduidelijke donkere middenstreep en op de flanken een zwartgezoomde, groenachtig gele lengtestreep; over de spiracula een onduidelijke, witachtige lengtestreep; kop bijna bolrond, geelachtig groen met een zwarte lijn over het midden
Foto's
Rups
Cocon
Vlinder
Verspreiding
Zeldzaamheid
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.
België
Algemeen in het hele land. Erg wijdverbreid, maar doorgaans in lage aantallen gemeld. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Canada, Virginië en Nieuw-Mexico. Van Noord-Afrika via heel Europa tot bij de poolcirkel. Naar het oosten tot Voor- en Centraal-Azië, Korea en Japan.