Vliegtijd & gedrag
Half juli-half oktober in één generatie. De vlinders komen op smeer en bezoeken bloemen van struikhei. De vlinders komen ook op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Roestuil
Rups: mei-juni. De rups is vooral ´s nachts actief en verpopt zich in een cocon in de grond. De soort overwintert als ei.

Vlinder
Verspreiding
In Europa vooral in het centrale deel. Naar het noorden tot Zuid-Scandinavië en naar het zuiden tot Noord-Spanje, Midden-Italië, Noord-Griekenland en de Kaukasus. Opgaven van de Britse eilanden zijn twijfelachtig. Wijdverbreid in AzIé tot in het oosten de Koerilen, Korea en Japan.
Benaming
- Engelse naam Beautiful Arches
- Duitse naam Dunkelbraune Waldrandeule
-
Franse naam
la Noctuelle saturée
le Porphyre -
Synoniemen
Blepharita satura
Eumichtis satura
Crino satura
Blepharita porphyrea
Hadena porphyrea
Luperina porphyrea
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Zowel voor- als achtervleugels hebben een kleur die roestkleurig aandoet. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Mniotype: mnion is mos en tupe is het karakter van. Dit betreft de gelijkenis van het vleugelpatroon met mos. De naam is mogelijk beïnvloed door Antitype (zie A. chi).satura: satur is rijk aan kleur, met een diepe kleur, aldus de grondkleur van deze soort aanduidend.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 19-23 mm. Deze uil vertoont enige gelijkenis met sommige Apamea-soorten; de voorvleugel is tamelijk breed en heeft vaak een groenige glans. Een belangrijk kenmerk wordt gevormd door de grote roodachtig bruine vlekken in het zoomveld; deze vlekken vormen samen doorgaans een brede band die contrasteert met de grijsachtig bruine grondkleur van de vleugel. Ook in het wortel- en middenveld bevinden zich roodachtig bruine vlekken, waarvan vooral de ringvlek en de niervlek opvallend zijn. Net als bij enkele verwante soorten ligt in het middenveld, evenwijdig aan de binnenrand, een korte dikke zwarte streep. Langs de zoom van de achtervleugel ligt een donkere halvemaanvormige vlek. Aan de bovenzijde van het borststuk bevindt zich een roodachtige kuif.