Vliegtijd & gedrag
Begin september-begin december en na de overwintering maart-begin juni in één generatie. In het najaar bezoeken de vlinders bloemen van klimop en overrijpe bramen, in het voorjaar wilgenkatjes en bloemen van sleedoorn. De vlinders komen op licht en vooral in het najaar op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Roetvlek
Rups: mei-juli. De rups is zowel overdag als ´s nachts actief. De verpopping vindt plaats in de strooisellaag. De soort overwintert als vlinder. De paring vindt plaats in het voorjaar.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Canarische eilanden, Noordwest-Afrika (Marokko, Algerije, Tunesië), heel Europa, Voor- en Midden-Azië tot de Grote Oceaan en Japan. In Europa naar het noorden tot Noord-Schotland, Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden en Zuid-Finland. Ook meerdere keren op IJsland vastgesteld.
Benaming
- Engelse naam Swort-grass
- Duitse naam Graue Moderholzeule
-
Franse naam
la Brunâtre
le Bois-Sec -
Synoniemen
Xylena exoleta
Xylina exoleta
Calocampa exoleta
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Het gebied van ronde vlek en niervlek vormt een donkere (roet-)veeg op de voorvleugels. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Xylena: xulon, xulinos is hout, een naam die Linnaeus noemt bij de beschrijving van X. exsoleta en die eerder door Hübner werd genoemd in zijn Tentamen (1806).exsoleta: exsoletus, exoletus is rijp, oud. Linnaeus schrijft: 'een vlinder precies in de kleur van rottend hout'.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 24-29 mm. Deze uil heeft dezelfde karakteristieke rusthouding als de houtkleurige vlinder (X. vetusta). Het lichte gedeelte langs de voorrand van de voorvleugel is meer grijsachtig van kleur en ook het donkere gedeelte heeft een grijze tint; hierdoor is er geen sprake van een kleurcontrast tussen de twee vleugelhelften. De gedeeltelijk donkere, licht omrande ringvlek en niervlek zijn goed zichtbaar. Het onderste gedeelte van de achterpoten is lichtgrijs of strokleurig. De kop is licht en het borststuk donkergrijs.