Vliegtijd & gedrag
Eind augustus-half november in één generatie. De vlinders komen op licht, maar vooral op smeer; ze bezoeken overrijpe bramen en bloemen van klimop.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Roodachtige herfstuil
Rups: april-juni. De rups is vooral ´s nachts actief, maakt een cocon in de grond en verpopt zich daarin enkele weken later. De soort overwintert als ei op de waardplant.

Rups

Vlinder

Museum
Verspreiding
Nagenoeg in heel Europa. Naar het noorden tot Noord-Schotland en Scandinavië tot voorbij de poolcirkel. Naar het zuiden tot Zuid-Spanje, Sicilië en Griekenland. Voor- en Midden-Azië tot Midden-Siberië. Een opgave uit Algerije (Draudt in Seitz 1931 - 1938) is twijfelachtig.
Benaming
- Engelse naam Flounced Chestnut
- Duitse naam Rötliche Herbsteule
-
Franse naam
la Dorée
la Xanthie rufine -
Synoniemen
Orthosia helvola
Anchoscelis helvola
Amathes helvola
Xanthia rufina
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De herfstuilen vliegen in het najaar.Roodachtig wijst uiteraard op de grondkleur van deze herfstuil. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Agrochola: agros is een veld, de grondkleur en khole is bitterheid, gal, de kleur van gal: groen- of, zoals hier, geelachtig; naar de kleur van een aantal van deze soorten.helvola: helvola is bleek geel, waarschijnlijk verwijzend naar de kleur van de onderzijde. Linnaeus beschrijft de bovenzijde als 'rufus' is rood en de onderzijde als 'rufescens' roodachtig, in werkelijkheid geel met een roodachtige gloed.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-18 mm. De voorvleugel van deze uil is vrij breed en loopt spits toe. Kenmerkend op de tamelijk zwak getekende vleugel zijn de donkere rood- of purperachtig bruine banden in het wortelveld en in het zoomveld die contrasteren met het vaak warmbruine middenveld. De niervlekken zijn soms verbonden door een donkere middenschaduw. De intensiteit van de tekening kan enigszins variëren en de bruine grondkleur is soms groen- of roodachtig getint. De rookgrijze achtervleugel heeft een breed uitlopende lichte strook langs de voorrand, een smalle lichte band langs de achterrand en lichte franje.