Kwetsbaar (voorlopige rode lijst)

Roodbandbeer

Diacrisia sannio

Vliegtijd & gedrag

Half mei-eind juli in één generatie, soms een partiële tweede generatie in augustus-september. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen.

Roodbandbeer

Verspreiding in Nederland

Roodbandbeer

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Levenscyclus

Roodbandbeer

Rups: augustus-mei. De soort overwintert als jonge rups.

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: ♂ 19-22 mm, ♀ 17-20 mm. Het mannetje heeft een gele voorvleugel met in het midden een roodachtige vlek en langs de binnenrand een rode streep. De achtervleugel is witachtig en de franje is roze. Het vrouwtje heeft een oranje voorvleugel met rode aders. Er is nauwelijks variatie op de voorvleugel, maar de hoeveelheid zwarte schaduw op de achtervleugel kan, vooral bij het vrouwtje, sterk variëren.

Kenmerken rups

Tot 40 mm; lichaam roodachtig bruin, bekleed met korte, bruine haarborstels op kleine, verheven wratjes; over de rug een brede, bleke middenstreep, waarop een rij gele vlekjes; onder de spiracula een rij witte vlekjes; kop donker grijsachtig bruin. De jonge rupsen hebben rode vlekjes op de rug.

Gelijkende soorten rups

Mendicabeer (Diaphora mendica), sneeuwbeer (Spilosoma urticae), gele tijger (Spilosoma lutea), kleine beer (Phragmatobia fuliginosa), roomvlek (Arctia villica) en witte tijger (Spilosoma lubricipeda). De variant met de rode rugstreep lijkt ook op het geel grasbeertje (Coscinia striata); bij het geel grasbeertje zijn in de rode streep witte stipjes zichtbaar.N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Foto's

Verspreiding

Zeldzaamheid

Vrij algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en de duinen van het vaste land. RL: kwetsbaar.

België

In Vlaanderen zeldzaam en nagenoeg beperkt tot de Westkust en de Kempen. In Wallonië vrij algemeen in de Ardennen, de kalkstreek en de Gaume. De soort staat als Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).

Mondiaal

Van het Iberisch schiereiland via heel Europa tot Oost-Azië. Naar het noorden in Scandinavië (maar niet in het polaire gebied), in het zuiden in het noordelijke Middellandse Zeegebied, inclusief Italië, en via de Zwarte Zee en het Kaspische gebied tot Midden-Azië.

Habitat

Heiden, duinen, graslanden en open plekken in het bos.

Waardplant

Duinen

Graslanden

Heiden

Open plekken in het bos

Planten

Struikhei, dophei en diverse kruidachtige planten, waaronder zuring, weegbree, walstro en havikskruid.

Waardplant

Dopheide

Havikskruid

Struikhei

Walstro

Weegbree

Zuring

Benaming

  • Engelse naam Clouded Buff
  • Duitse naam Rotrandbär
  • Franse naam la Bordure ensanglantée
    l’Écaille à bordure amarante
  • Oud Nederlandse naam roodrandbeer
  • Synoniemen Diacrisia sanio
    Nemeophila russula
    Arctia russula

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De aanduiding beer heeft deze soort gemeen met de grotere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken. Vooral bij het gele mannetje van deze soort vallen de rode vleugelranden goed op. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Diacrisia: diakrisis is een verschil, naar de sexuele dimorfie van deze soort, de enige in dit genus.sannio: sannio is onecht, een imitatie. Waarschijnlijk t.o.v. het eigen vrouwtje. Hoewel Linnaeus beide sexen op verschillende pagina’s beschreef, vermeldt hij: ‘lijkt zo veel op B.Bombyx sannio dat je denkt dat ze alleen maar in sexe verschillen’. Linnaeus beschreef eerst sannio en de onechte, de imitatie volgde na het ‘model’.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden