Vliegtijd & gedrag
Half april-oktober in twee, soms drie generaties. De vlinders vliegen overdag bij zonnig weer boven de heide en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Roodbont heide-uiltje
Rups: juni-april. De rups foerageert vooral ´s nachts en rust overdag op de waardplant; vanwege de goede schutkleur valt de rups daar nauwelijks op. De soort overwintert als rups of als pop in een cocon op of in de grond.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
In het zuiden van Europa van het Iberisch schiereiland via Zuid-Frankrijk en Midden-Italië tot Adria (Dalmatië). Naar het westen en noorden tot de Britse eilanden en Scandinavië (tot de 70e breedtegraad) en naar het oosten tot de Oeral. Er was een opgave uit Noord-Amerika (Franclemont & Todd, 1983), maar deze melding is achterhaald (Mikkola, Lafontaine & Kononenko, 1991).
Benaming
- Engelse naam Beautiful Yellow Underwing
- Duitse naam Heidekraut-Bunteule
- Franse naam la Noctuelle de la myrtille
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Roodbontheideuiltje is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).Het vlindertje is roodachtig, bont en het leeft op de heide. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Anarta: anarta is een zeeschelpdier die genoemd wordt door Plinius; dit heeft verder geen enthomologische achtergrond. Deze uitleg is van Ochsenheimer zelf.myrtilli: Vaccinium myrtillus is blauwe bosbes; deze plant wordt vaker genoemd als waardplant, maar Erica en Calluna zijn belangrijker.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1761)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 10-12 mm. De doorgaans roodachtig donkerbruine voorvleugel heeft een kenmerkend bont getekend uiterlijk door de wit- en grijsachtige marmering. De kleur is enigszins variabel: soms is het grondpatroon grijsachtig bruin en de hoeveelheid wit kan variëren. Opvallend is de centrale witte vlek, die grenst aan de kleine ringvlek en deze gedeeltelijk kan omsluiten. Langs de achterrand van de gele achtervleugel loopt een zeer brede, zwarte band met smalle uitlopers langs de voorrand en de binnenrand.