Vliegtijd & gedrag
Een trekvlinder die al vroeg in het jaar naar het noorden vliegt. De nakomelingen worden hier vooral in de maanden augustus en september waargenomen en komen op licht. Ze kunnen overdag gemakkelijk worden opgejaagd, maar vliegen nooit ver weg; ze rusten vaak op een grasstengel.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Roodstreepspanner
Er zijn geen rupsenvondsten bekend uit Nederland. De soort is niet in staat om hier te overwinteren.

Rups

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
Heel Afrika en grote delen van Azië, het nabije Oosten, de Kaukasus, Mongolië en Zuidwest-China en ook veel voorkomend in het Middellandse Zeegebied. In Europa inheems zuidelijk van de Alpen en als trekvlinder in sommige jaren Midden- em Noord-Europa (enkele waarnemingen tot in Ierland, Denemarken en Zweden). Soms wel een nieuwe generatie in Midden-Europa boven de Alpen maar geen blijvende bezetting.
Benaming
- Engelse naam Vestal
- Synoniemen Sterrha sacraria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Het kenmerk van deze spannersoort is de rode streep die vanuit de vleugelpunt over de voorvleugel ligt. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Rhodometra: rhodon is een roos en metron is een afmeting, een lengte. Hierbij dacht de naamgever aan de purperen streep op de voorvleugels.sacraria: sacer is heilig en -aria is een uitgang die voor een grote groep spanners werd toegepast. Sacraria is ook een priesteres, een verzorgster van de tempel, een Vestaalse maagd. Priesteressen droegen, of Linnaeus dacht dat ze die droegen, rood gekleurde mantels.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1767)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-14 mm. Heeft voor een spanner een afwijkende rusthouding: de voorvleugels worden in een steile hoek strak tegen het lichaam omhoog gehouden en bedekken de lichtere achtervleugels. De kleur van de voorvleugel varieert van strogeel tot okergeel, soms met een rozerode tint. De vlinder is vooral goed te herkennen aan de schuine rozerode, soms enigszins grijs getinte, smalle bandvormige lijn die vanaf het midden van de binnenrand van de vleugel kaarsrecht naar de vleugelpunt loopt. In het wortelveld bevindt zich langs de voorrand een rode streep met dezelfde kleur.