Vliegtijd & gedrag
Maart-april in één generatie. De mannetjes vliegen soms op zonnige middagen. Meteen na het donker worden kunnen ze rustend onder aan verticale stengels worden gevonden; ze vliegen ook laat in de nacht en komen dan op licht. De vrouwtjes worden overdag soms op paaltjes of droge plantenstengels aangetroffen, alsof ze zitten te zonnen. Na het invallen van de duisternis kunnen ze worden waargenomen terwijl ze langs een stengel omhoog kruipen om eieren af te zetten.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Rouwrandspanner
Rups: mei-juli. De soort overwintert als pop in de grond.

Vlinder
Verspreiding
Van de Britse eilanden via Midden-Europa en Rusland tot de Oeral (ssp. rossica Harrison, 1910); in het noorden Denemarken en Zuid-Zweden in het zuidwesten Spanje en Frankrijk. Niet in het Middellandse Zeegebied.
Benaming
- Engelse naam Belted Beauty
- Duitse naam Trockenrasen-Dickleibspanner
-
Franse naam
la Phalène zonée
l'Ornée -
Synoniemen
Nyssia zonaria
Biston zonarius
Biston zonaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Rouwrandspanner heeft betrekking op de kenmerkende zwart/wit tekening op de voorvleugels. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Lycia: lycia komt waarschijnlijk van lukeios is behorend bij de wolf, borstelig als een wolf, vanwege de harige abdomen. Mogelijk van Lycia, een streek in Klein Azië. De eerste mogelijkheid ligt meer in de stijl van naamgeving van Hübner.zonaria: zonarius is een gordel, een riem, naar de roodachtig gele randen van de abdomensegmenten.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 13-16 mm. Het mannetje is gemakkelijk herkenbaar aan de zilvergrijze en bruine strepen op de voorvleugel. De hoeveelheid bruin varieert sterk, zelfs binnen een bepaalde populatie. Het vrouwtje heeft onontwikkelde vleugels. Zowel het mannetje als het vrouwtje hebben oranje ringen rond het achterlijf.