Vliegtijd & gedrag
Begin juni-half september in één of twee generaties; de tweede generatie is partieel. De vlinders rusten overdag op twijgen of bladeren van houtige planten. Ze komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere koninginnenkruid.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Rozenblaadje
Rups: augustus-juni. De soort overwintert als jonge rups; op milde winterdagen komt de rups soms tevoorschijn om te foerageren. De verpopping vindt plaats in een cocon waarin haren van de rups zijn verwerkt.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van het noorden van het Iberisch schiereiland via West-Europa inclusief de Britse eilanden naar het oosten via de gematigde zone tot Oost-Azië. In het zuiden loopt de grens door het Middellandse Zeegebied tot Klein-Azië en omvat ook Italië en de Balkan. Naar het noorden tot Zuid-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Rosy Footman
- Duitse naam Rosen-Flechtenbärchen
- Franse naam la Rosette
- Oud Nederlandse naam rozenmosbeer
-
Synoniemen
Calligenia miniata
Lithosia rosea
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Rozenblaadje is een fantasienaam die waarschijnlijk vooral is ingegeven door de kleur van de voorvleugels.'Roos' komt ook naar voren in de Franse, de Engelse en de Duitse naam; de wetenschappelijke naam verwijst naar de kenmerkende grondkleur. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Miltochrista: miltos is rode aarde en khristos is zalven, insmeren; verwijzend naar de roodachtig paarse kleur. Het is de enige soort die Hübner in dit genus onderbracht.miniata: minium is vermiljoenrood, naar de kleur van de vlinder.
Auteursnaam en jaartal
(Forster, 1771)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-15 mm. Een goed herkenbare soort. Heeft een afgeronde voorvleugel met een fijne diep getande dwarslijn iets voorbij het midden en een rij kleine donkere vlekjes of stippen bij de achterrand. De voorvleugel is gewoonlijk rozerood langs de voor- en achterrand en lichter van kleur in het midden; heel zelden is de vleugel egaal geel.