Satijnen spikkelspanner

Deileptenia ribeata

satijnen spikkelspanner

Vliegtijd & gedrag

Eind juni-begin augustus in één generatie. De vlinders komen op licht. Ze kunnen ook worden gevonden door overdag voorzichtig aan de takken van naaldbomen te schudden.

Verspreiding

Levenscyclus

Satijnen spikkelspanner

Rups: augustus-mei. De soort overwintert als jonge rups op de waardplant en verpopt zich in losse aarde.

Verspreiding

Van Spanje en Frankrijk via West- en Midden-Europa en de gematigde zone tot Oost-Azië; in het zuiden tot Noord-Italië en Griekenland, in het noorden tot Midden-Scandinavië. Een oude melding uit Marokko is waarschijnlijk een verwisseling met Peribatodes ilicaria.

Benaming

  • Engelse naam Satin Beauty
  • Duitse naam Moosgrüner Rindenspanner
  • Franse naam la Boarmie du sapin
  • Synoniemen Boarmia ribeata
    Boarmia abietaria

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.Satijnen heeft waarschijnlijk te maken met het uiterlijk van de vlinder. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Deileptenia: deile is de namiddag, strikt genomen alleen het eerste deel van de middag, maar soms ook gebruikt voor de vroege avond en ptenos is met vleugels; een ietsje donkere vleugels dus. Hübner beschouwde het donkere patroon als karakteristiek.ribeata: Ribes is het plantengeslacht ribes (bessensoorten); Clerck maakte hier kennelijk een foutje.

Auteursnaam en jaartal
(Clerck, 1759)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 18-26 mm. Van alle verwante soorten te onderscheiden door de afgeronde voorrand van de voorvleugel en de gladde of slechts licht geschulpte randen van de voor- en achtervleugel. Het is de enige spikkelspanner waarbij de vleugels volledig bezet zijn met zeer fijne, horizontale zwarte streepjes (zoals bij oranje iepentakvlinder (Angerona prunaria)). De middelste en buitenste dwarslijn lijken, indien aanwezig, het meest op die van de taxusspikkelspanner (Peribatodes rhomboidaria) maar zijn minder getand en komen bij de binnenrand niet zo dicht bij elkaar. Soms komen tamelijk donkere onduidelijk getekende exemplaren voor. Het mannetje heeft zeer brede geveerde antennen en onderscheidt zich daarmee van de meeste gelijkende soorten.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bosranden

Gemengde bossen

Graslanden

Naaldbossen

Schrale graslanden

Planten

Berk

Bosbes

Eik

Taxus

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden