Vliegtijd & gedrag
Half mei-half augustus in één generatie. De vlinders komen op licht en worden overdag soms rustend aan de onderzijde van bladeren waargenomen.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Satijnvlinder
Rups: augustus-juni. De soort overwintert als jonge rups, met meerdere bijeen in een spinsel op de waardplant. De rups verpopt zich in een harige cocon, meestal in een schorsspleet of tussen de bladeren op de waardplant. De eieren worden in hoopjes op de stam of een tak van de waardplant gelegd en bedekt met een wit hard schuim.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 21-27 mm. Goed herkenbaar aan de sterke zijdeachtige glans, de zwart met wit geringde poten en het volledig wit behaarde achterlijf. Soms loopt er een lichte bruingele veeg langs de voorrand of langs de binnenrand van de voorvleugel; verder is er nauwelijks variatie. Het mannetje heeft sterk geveerde antennen. Het vrouwtje is groter en heeft ongeveerde antennen.
Kenmerken rups
Tot 45 mm; lichaam grijs gespikkeld met over de rug een brede zwarte lengteband met aan weerszijden een rij geelachtig witte vlekjes en over het midden een rij grote, crèmewitte vlekken; borsteltjes van witachtige en roodbruine haren staan op verheven oranjerode wratjes ingeplant; kop zwart.
Gelijkende soorten vlinder
De zwarte-l-vlinder (Arctornis l-nigrum) heeft een opvallende L-vomige middenvlek op de voorvleugel. De bastaardsatijnvlinder (Euproctis chrysorrhoea) is witter, kleiner en heeft een donker behaard achterlijf. Zie ook de moerasspinner (Laelia coenosa) en de donsvlinder (Euproctis similis).
Foto's
Ei-afzet
Rups
Vlinder
Museum
Verspreiding
Zeldzaamheid
Vrij algemeen. Komt vooral voor in de drie noordoostelijke provincies en in de noordelijke kuststreek; daarbuiten minder algemeen. De waargenomen aantallen zijn meestal laag. RL: kwetsbaar.
België
Zeer zeldzaam in Vlaanderen en sterk achteruitgegaan. Verspreide vindplaatsen in West-Vlaanderen, vooral aan de kust, en in het westen van Oost-Vlaanderen. In Wallonië bekend uit alle provincies, maar recent enkel gezien in Henegouwen en Namen. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Het zeer uitgebreide areaal van deze soort loopt van Noord-Afrika en het Middellandse Zeegebied, via heel Europa, inclusief de Britse eilanden, tot Oost-Azië. Sinds 1920 (geïmporteerd) ook in Noord-Amerika. In het zuiden het hele Middellandse Zeegebied, via Voor- en Midden-Azië tot Zuidoost-Siberië. Naar het noorden tot in het subpolaire gebied in Scandinavië.