Vliegtijd & gedrag
Eind april-eind september in twee generaties; de tweede generatie is kleiner dan de eerste. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere spoorbloem, slangenkruid en valse salie. Overdag zijn ze rustend aan te treffen op boomstammen of paaltjes.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Schaaruil
Rups: juli-oktober. De rups foerageert ´s nachts en eet het liefst van de onderste bladeren en de wortels. De soort overwintert als pop in een losse cocon op de grond onder dor blad of mos.

Vlinder
Verspreiding
Heel Europa, naar het noorden tot de 70e breedtegraad, naar het zuiden: van het Middellandse Zeegebied tot Voor-Azië en naar het oosten tot Midden-Azië. Blijkbaar ontbrekend in Oost-Siberië maar wel in Mongolië (Varga, 1974).
Benaming
- Engelse naam The Shears
- Duitse naam Zahneule
-
Franse naam
la Vagabonde
la Noctuelle dentine -
Synoniemen
Hada nana
Lasionycta nana
Mamestra nana
Polia nana
Hada dentina
Mamestra dentina
Hadena dentina
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Met wat fantasie is van de witte vlekken midden op de vleugels een schaar te formeren. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Hada: hades is de onderwereld. Dit genus heeft een naamsrelatie met het genus Hadena.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1761)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-17 mm. Deze uil is herkenbaar aan de opvallende dubbel getande, witachtige vlek in het middenveld van de voorvleugel, die scherp afsteekt tegen het zwartachtige deel daarvan. Samen met de ringvlek en de aangrenzende witte ader lijkt de vlek enigszins op een open schaar waarvan de punten naar de binnenrandhoek wijzen; de ‘schaar’ is variabel in grootte en is soms beperkt tot de witte ader, maar het algemene patroon is vrij constant. De kleur van de voorvleugel varieert van wit- of bruinachtig grijs tot zandkleurig.