Schermbloemdwergspanner

Eupithecia tripunctaria

schermbloemdwergspanner

Vliegtijd & gedrag

Begin maart-half september in twee generaties. Opmerkelijk is dat de eerste generatie, die vliegt van maart tot en met juni, minder algemeen is dan de korter durende tweede generatie (begin juli tot begin september). De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen goed op licht.

Verspreiding

Levenscyclus

Schermbloemdwergspanner

Rups: half mei-oktober. De rups leeft op de bloemen en de vruchten van de waardplant. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.

Cocon

Verspreiding

West-Europa inclusief de Britse eilanden via Midden- en Oost-Europa tot de Oeral, Altaj, Siberië, Amoer en Japan. In Noord-Europa tot Midden-Scandinavië, in het zuiden ontbrekend in Portugal, Griekenland, de Middellandse Zee-eilanden en Turkije. Wel in Noord-Amerika.

Benaming

  • Engelse naam White-spotted Pug
  • Duitse naam Dreipunkt-Blütenspanner
  • Franse naam l'Eupithécie triponctuée
  • Synoniemen Tephroclystia tripunctaria
    Eupithecia albipunctata
    Tephroclystia albipunctata

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.Een aantal schermbloemsoorten zijn waardplanten van deze dwerspanner. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.Tripunctaria: tri- is drie en punctum is een stip, een vlek; vanwege de witte subterminale lijn die vaak in drie stukjes is verdeeld.

Auteursnaam en jaartal
Herrich-Schäffer, 1852

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 10-12 mm. Deze zwak getekende, bruinachtig donkergrijze dwergspanner is te herkennen aan de meestal drie duidelijke witte stippen langs de achterrand. Meestal is de stip in de binnenrandhoek van de voorvleugel het duidelijkst en zijn de stippen langs de achterrand kleiner of zelfs afwezig; soms vormen de witte stippen een complete golflijn. Op de achtervleugel is vaak alleen een heldere kleine witte stip te zien in de binnenrandhoek, soms nog enkele kleinere stippen langs de achterrand. Ook op het borststuk en langs de zijkanten van het achterlijf is een witte stip aanwezig. De middenstip op de voorvleugel is klein en rond of iets langgerekt. De aders zijn meestal donkerder dan de grondkleur. Bij de veel voorkomende melanistische vorm ontbreken de witte stippen en zijn de donkere aderen zelfs de enige uiterlijke kenmerken.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Akkerranden

Bosranden

Moerassen

Parken

Rivieroevers

Struwelen

Tuinen

Wegbermen

Planten

Berenklauw

Engelwortel

Fluitenkruid

Pastinaak

Peen

Vlier

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden