Vliegtijd & gedrag
Half april-eind oktober in twee generaties. De vlinders rusten overdag op boomstammen en tussen de takken van de waardplant en zijn gemakkelijk daarvan op te jagen. Ze komen goed op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Schijn-sparspanner
Rups: juni-juli en september-mei. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich tussen de naalden van de waardplant of in de strooisellaag eronder.

Vlinder

Museum
Verspreiding
Bekend uit de meeste Europese landen, nog niet vastgesteld in een paar Balkanlanden en in de Baltische staten; wel op de Britse eilanden en Ierland.
Benaming
- Engelse naam Spruce Carpet
- Duitse naam Sägezahnfühler-Nadelholzspanner
- Franse naam la Phalène anglaise
- Synoniemen Thera albonigrata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De spar is de naaldboom waar de rups van deze soort op is te vinden. Het ondersched met de dubbelsoort Thera variata wordt aangeduid door het voorvoegsel schijn. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Thera: Thera is een eiland in de Egeïsche Zee; verdere uitleg is niet te geven.britannica: britannica: de soort die in Engeland voorkomt.
Auteursnaam en jaartal
Turner, 1925
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 13-17 mm. De grondkleur varieert van lichtgrijs via bruinachtig grijs tot bijna zwart. Heeft vaak een gevarieerde tekening met vooral vlak langs de beide zijden van de middenband een witte bestuiving. De middenband is meestal bruin getint en de randen hebben vaak een wat grillig verloop. De dwarslijnen op de voorvleugel zijn vaak tamelijk sterk getekend.