Schildstipspanner

Idaea biselata

schildstipspanner

Vliegtijd & gedrag

Half mei-eind september in één, soms twee generaties. De vlinders kunnen overdag van lage takken en uit struikgewas worden opgejaagd. Vanaf de schemering bezoeken ze bloemen zoals die van akkerdistel. Ze komen op licht en op smeer.

Verspreiding

Levenscyclus

Schildstipspanner

Rups: juni-mei. De soort overwintert als rups en verpopt zich tussen afgevallen bladeren.

Verspreiding

Van het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa (inclusief de Britse eilanden) en via de gematigde zone tot Oost-Azië; in het noorden tot Midden-Scandinavië en in het zuiden: Italië, de Balkan, de Kaukasus en Kazachstan.

Benaming

  • Engelse naam Small Fan-footed Wave
  • Duitse naam Breitgesäumter Zwergspanner
  • Franse naam la Truie
  • Oud Nederlandse naam schildmetertje
  • Synoniemen Sterrha biselata
    Idaea bisetata
    Acidalia bisetata

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De stipspanners hebben een meer of minder duidelijke middenstip op voor- en ook vaak op achtervleugels. Nagenoeg alle Scopula's en Idaea's zijn stipspanners. De achtergrond van schild is niet duidelijk. Ter Haar noemt in zijn boek 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw) deze spanners al schildmetertje. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Idaea: idaios heeft betrekking op de berg Ida, de uitzichtplaats van waaruit de goden en godinnen de gevechten rond Troje volgden.biselata: bis is twee keer en seta is haarborstel. Dit slaat op de grote haarpluk op het scheenbeen van de achterpoten van het mannetje.

Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1767)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 10-11 mm. De crèmekleurige, min of meer donker bespikkelde voor- en achtervleugel hebben beide een opvallende zwarte middenstip. De middelste dwarslijn op de voorvleugel buigt in een kleine boog om de middenstip heen. De voorrand van de voorvleugel is bij de vleugelpunt vrij sterk gebogen. Karakteristiek voor deze soort is de duidelijk zichtbare, grillige buitenste dwarslijn met daarbuiten een bruinachtig grijs zoomveld, onderbroken door een onregelmatige lichte golflijn. De kleur van het zoomveld varieert in intensiteit; soms is het beperkt tot een smalle zone tussen de buitenste dwarslijn en de lichte golflijn.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bossen

Loofbossen

Naaldbossen

Struwelen

Tuinen

Planten

Braam

Paardenbloem

Varkensgras

Weegbree

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden