Vliegtijd & gedrag
Eind mei-eind augustus in één generatie. De vlinders bezoeken bloemen van onder andere distels. De mannetjes maken patrouillevluchten, op zoek naar onbevruchte vrouwtjes.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Sint-jansvlinder
Rups: september-juni. De rups overwintert één-, soms tweemaal en verpopt zich in een cocon, die goed zichtbaar tegen een grasstengel of een andere plant is aangebracht.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
Komt voor in het hele vaste land van Europa. Ontbreekt in delen van Zuid-Spanje en Portugal en ook op de eilanden van de westelijke Middellandse Zee. Verbazingwekkende dichtheden in Engeland, Schotland en Ierland en ook in Scandinavië. In Midden- en Oost-Europa zijn nergens noemenswaardige verbreidingsplaatsen. Komt wel voor rond de Zwarte Zee (Turkije, Roemenië, Bulgarije en de Krim), inclusief de Kaukasus; in Libanon zitten de zuidelijkste voorposten. In oostelijke richting tot aan de Wolga.
Benaming
- Engelse naam Six-spot Burnet
- Duitse naam Sechsfleck-Widderchen
-
Oud Nederlandse naam
bloedvlekvlinder
zes-stippige st.jansvlinder
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Sint-jansvlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.De vliegtijd begint rond 24 juni, de naamdag van Sint Jan. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Zygaena: zugaina is hamerkophaai. Dat deze naam (later) werd gebruikt voor het genus Zygaena is toeval en heeft niet te maken met de vorm van de antennes. Fabricius hield van woordspelingen en raadseltjes hetgeen het begrijpen van achtergronden van de naamgeving niet duidelijker maakt.filipendulae: Spiraea filipendula, tegenwoordig Filipendula vulgaris is knolspirea, door Linnaeus foutief aangeduid als de waardplant.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-19 mm. Een bloeddrupje met zes rode vlekken op de voorvleugel: de rode vlek aan de vleugelbasis is gescheiden door een ader en telt voor twee. Er komt ook een afwijkende vorm voor met gele vlekken en een gele achtervleugel.