Slakrups

Apoda limacodes

slakrups

Vliegtijd & gedrag

Eind mei-half augustus in één generatie. De vlinders vliegen vooral ´s nachts en komen op licht. Ze vliegen soms ook overdag bij zonnig weer, hoog in de kruinen van eiken.

Verspreiding

Levenscyclus

Slakrups

Rups: eind juli-april. De rups overwintert meestal in een cocon aan de onderkant van een blad, waarmee hij in de herfst op de grond valt. Soms laat de rups zich op de grond vallen en maakt dan een cocon tussen afgevallen bladeren.

Ei-afzet

Verspreiding

Van het noorden van het Iberisch schiereiland via Italië, Griekenland en de hele Balkan tot Klein-Azië. Naar het noorden via West- en Midden-Europa (inclusief Zuidoost-Engeland) tot Zuid-Scandinavië en via de Baltische staten tot aan de Oeral. Naar het zuiden tot aan de Zwarte Zee. Komt niet in Amerika voor.

Benaming

  • Engelse naam Festoon
  • Duitse naam Grosser Schneckenspinner
  • Franse naam la Tortue
  • Oud Nederlandse naam grote slakrups
    slakrupsvlinder
  • Synoniemen Cochlidium limacodes
    Cochlidion limacodes
    Heterogenea limacodes
    Apoda avellana
    Cochlidium avellana
    Cochlidion avellana
    Limacodes testudo

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De familie Limacodidae wordt in Nederland aangeduid met de familie van de slakrupsen. De rupsen van deze familie hebben geen poten maar schuiven als een slak over de plant. De soortnaam slakrups is al heel lang in gebruik: de naam wordt al genoemd in 'Onze vlinders' van Ter Haar. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Apoda: a is zonder en pous of podos is voet hetgeen vanzelfsprekend betrekking heeft op de vorm van de rups.limacodes: leimax is tuin; limax duidt slakken aan en eidos is vorm. Dit geeft de vorm van de rups en de manier van voortbewegen aan.

Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: ♂ 10-12 mm, ♀ 11-13 mm. De gebogen dwarslijnen, die vanaf de voorrand van de oranjebruine voorvleugel sterk uiteenlopen, vormen een goed determinatiekenmerk. Bij sommige exemplaren, met name bij het mannetje, is het veld tussen deze twee lijnen extra donker met uitzondering van één of twee lichte vlekken in de binnenrandhoek en het midden van het veld. Het vrouwtje is bleker dan het mannetje. Wanneer de vlinder volledig in rust is, vouwt hij zijn voorvleugels in een flauwe hoek omhoog, maar dan zo dat de toppen plat op de ondergrond liggen. Het mannetje houdt in rust zijn achterlijf omhoog gebogen.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Duinen

Heiden

Loofbossen

Struwelen

Tuinen

Planten

Beuk

Eik

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden