Vliegtijd & gedrag
Eind april-begin juli in één generatie, zelden een partiële tweede generatie van half augustus-half oktober. De vlinders komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Sneeuwbeer
Rups: juli-oktober. De soort overwintert als pop in een losse cocon in de strooisellaag.

Ei-afzet

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van het noorden van het Iberisch schiereiland via Frankrijk, Zuid-Engeland en Zuid-Zweden tot in Rusland en volgens Schmidt (1990) ook in China. Niet in grote delen van Italië, Griekenland, Joegoslavië en van Tukije.
Benaming
- Engelse naam Water Ermine
- Duitse naam Schmalflügeliger Fleckleibbär
- Franse naam l'Écaille de l'ortie
- Synoniemen Diaphora cycnia
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De aanduiding beer heeft deze soort gemeen met de grotere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken. Deze soort is de witste van de beren, vandaar de toevoeging sneeuw. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Spilosoma: spilos is een stip, een vlek en soma is het lichaam, het lijf. Naar de dikke vlekken op het achterlijf van de vlinder.urticae: Urtica is de plantenfamilie brandnetel; een mogelijke voedselplant, maar zeker niet de belangrijkste.
Auteursnaam en jaartal
(Esper, 1789)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 18-22 mm. De voorvleugel heeft een zuiver witte grondkleur met in het midden één of twee zwarte stippen en soms een klein rijtje stippen bij de vleugelpunt. De achtervleugel is geheel effen wit. De antennen zijn wit bestoven.