Vliegtijd & gedrag
Begin juni-eind augustus in één generatie; soms een partiële tweede generatie tot in oktober. De vlinders komen op licht, smeer en bloeiende grassen.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Spitsvleugelgrasuil
Rups: augustus-mei. De soort overwintert als jonge rups. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag of in oude rietstengels, waarin ook de verpopping plaatsvindt.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 14-18 mm. De voorvleugel heeft, in vergelijking met de andere Mythimna-soorten, een rechte achterrand, die vlak voor de vleugelpunt soms licht naar buiten buigt, waardoor de vleugelpunt iets uitsteekt. De grondkleur van de voorvleugel is zacht strokleurig lichtgrijs, vaak met een licht rozeachtig bruine tint. Langs de hoofdader loopt een bruine streep en de dunne, vaak nauwelijks zichtbare gebogen buitenste dwarslijn bestaat uit zwarte stippen. Over de kraag loopt een smalle grijze lijn met bleke randen die soms erg vaag is; deze lijn komt niet voor bij andere Mythimna-soorten. De achtervleugel is witachtig met donkere aders en een lichte tot matige grijze spikkeling; in het midden bevindt zich een, soms vage, gebogen rij korte zwartachtige streepjes. De onderzijde van zowel de voor- als de achtervleugel is in lichte mate donker gestreept en gespikkeld en gewoonlijk is een donkere middenvlek aanwezig.
Gelijkende soorten vlinder
Afgevlogen exemplaren met een sterke spikkeling en vage donkere streepjes op de achtervleugel kunnen sterk op de stompvleugelgrasuil (M. impura) lijken, vooral als de vleugelpunt geen duidelijk uitstekend puntje heeft. De stompvleugelgrasuil is over het algemeen echter donkerder en krachtiger getekend en de onderzijde van de voorvleugel is in sterkere mate donker bespikkeld en gestreept. Bij de bleke grasuil (M. pallens) loopt geen lijn over de kraag en maakt de voorvleugel een egalere indruk. Zie ook de pseudo-bleke grasuil (M. favicolor), de gestreepte rietuil (Leucania obsoleta) en de kleine rietvink (Simyra albovenosa).
Gelijkende soorten rups
Stompvleugelgrasuil (Mythimna impura), bleke grasuil (Mythimna pallens) en komma-uil (Leucania comma). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Foto's
Rups
Vlinder
Verspreiding
Zeldzaamheid
Algemeen. Komt verspreid over het land voor; de meeste waarnemingen komen uit het westen en het noorden van het land. RL: kwetsbaar.
België
Vrij algemeen in Vlaanderen. Wijdverbreid, maar in lage aantallen. Zeer zeldzaam in Wallonië, met slechts enkele recente waarnemingen uit Luxemburg en Namen. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Noord-Afrika (Marokko), Zuid- en Midden-Europa, naar het noorden tot Ierland, Midden-Engeland en Zuid-Scandinavië. In het Middellandse Zeegebied tot nu toe zeer lokaal. Ook bekend uit Turkije en Libanon.