Vliegtijd & gedrag
Begin mei-eind augustus in twee generaties; de tweede generatie is partieel. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen uit de vegetatie, waarbij ze zelden ver van de waardplant vandaan vliegen. Bij regenachtig en somber weer zijn de vlinders soms overdag actief of zijn ze rustend op boomstammen aan te treffen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Springzaadspanner
Rups: juni-oktober. De soort overwintert als pop.

Vlinder
Verspreiding
In Zuid- en West-Europa een verspreiding met hiaten. Niet op de Britse eilanden. Vanuit Midden-Europa oostwaarts via Rusland en Siberië tot Japan; in het noorden van Europa tot Zuid-Scandinavië.
Benaming
- Duitse naam Gelbleibiger Springkrautspanner
- Franse naam la Cidarie de la balsamine
- Oud Nederlandse naam springkruidrups
-
Synoniemen
Cidaria capitata
Larentia capitata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Groot springzaad is de waardplant van deze spannersoort. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Ecliptopera: ekleipo is falen, te kort schieten en ops, opos is gezicht; in zijn verklaring zegt Warren: 'het gezicht is niet bol maar duidelijk vlak'.
Auteursnaam en jaartal
(Herrich-Schäffer, 1839)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 11-13 mm. Lijkt sterk op de marmerspanner (E. silaceata). In de golflijn bevindt zich een rij donkere witgerande pijlvormige vlekken; deze pijlvlekken nemen vanaf de voorrand richting de binnenrand duidelijk af in grootte en zijn in het midden klein. Het borststuk en het achterlijf zijn oranje; het mannetje rust met het uiteinde van het achterlijf omhoog gekromd.