Spurrie-uil

Anarta trifolii

spurrie-uil

Vliegtijd & gedrag

Begin april-half oktober in twee, soms drie generaties. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.

Verspreiding

Levenscyclus

Spurrie-uil

Rups: juni-oktober. De rups foerageert vooral ´s nachts. De soort overwintert als pop in een losse cocon in de grond.

Museum

Verspreiding

Canarische eilanden, Noord-Afrika, de Middellandse Zeelanden en via gematigd Azië tot Oost-Siberië. Het grensverloop in het noorden: van de Britse eilanden via Scandinavië (tot de 64e breedtegraad) tot de Oeral. Verbreid in heel Europa, komt ook in Noord-Amerika voor en werd zelfs uit Zuid-Amerika gemeld.

Benaming

  • Engelse naam Nutmeg
  • Duitse naam Meldenflureule
  • Franse naam la Noctuelle du trèfle
    la Noctuelle de l'ansérine
  • Synoniemen Discestra trifolii
    Mamestra trifolii
    Scotogramma trifolii
    Lacanobia trifolii
    Hadena trifolii
    Hadena chenopodii
    Hadula trifolii

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De achtergrond van spurrie is onduidelijk. Leden van de ganzevoetfamilie vormen de waardplanten van deze soort en spurrie hoort thuis in de anjerfamilie.In tuinbouwkringen heet deze soort spurrievlinder. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
trifolii: Trifolium is het plantengeslacht klaver; de rups echter leeft op planten uit de ganzevoetfamilie.

Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 14-18 mm. De voorvleugel heeft een tamelijk smalle basis en een rechte voorrand. Een belangrijk kenmerk is de duidelijke W in de lichte, zwart afgezette golflijn. De grondkleur is bruinachtig licht- tot donkergrijs of zandkleurig; de grijze of soms zwarte bestuiving zorgt voor een fijne variatie in kleurverschillen. De binnenste lob van de vrij grote niervlek is altijd donkerder dan de grondkleur van de vleugel. Het middenveld en de vleugelpunten zijn lichter gekleurd.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bossen

Duinen

Graslanden

Grazige ruigten

Moerassen

Rivieroevers

Planten

Brandnetel

Ganzenvoet

Melde

Zuring

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden