Vliegtijd & gedrag
Eind mei-eind augustus in één generatie; soms een partiële tweede generatie tot eind oktober. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Stompvleugelgrasuil
Rups: juli-mei. De soort overwintert als jonge rups, laag in de vegetatie. De rups foerageert ´s nachts en verpopt zich in een cocon in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Europa: noordelijk tot Schotland, Shetland, Midden- en Noord-Scandinavië. Naar het zuiden tot Zuid-Spanje, Zuid-Italië, Noord-Griekenland, Voor-Azië, Noord- en Midden-Azië, naar het oosten tot de Koerilen, Korea en Japan.
Benaming
- Engelse naam Smokey Wainscot
- Duitse naam Stumpfflügel-Graseule
- Franse naam la Leucanie souillée
-
Synoniemen
Leucania impura
Sideridis impura
Aletia impura
Leucania impuncta
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.De spitsvleugel- en de stompvleugelgrasuil kunnen niet los van elkaar worden toegelicht. De soorten lijken veel op elkaar en worden dus nogal eens verwisseld. De vorm van de voorvleugelpunt is een van de (weinige) hulpen bij het op naam brengen. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Mythimna: mithimna is een stad op het eiland Lesbos. Deze uitleg komt van Treitschke die 'Die Schmetterlinge von Europa' afmaakte na de dood van Ochsenheimer. Sodoffsky (1837) verbeterde de spelling naar Mithimna.impura: impurus is onrein, vies. Dit doelt op de grauwe kleur van de achtervleugel in tegenstelling tot de helder witte kleur van M. pallens.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1808)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-18 mm. De voorvleugel, die in vergelijking met de meeste andere Mythimna-soorten tamelijk afgerond is, heeft een strokleurige grondkleur. Kenmerkend is de opvallende bruine of zwarte streep langs de witachtige hoofdader op de voorvleugel. Op de plaats van de buitenste dwarslijn liggen enkele tamelijk vage zwarte stippen. De achtervleugel is over het algemeen vrij donker rookgrijs van kleur, maar is in sommige gevallen iets lichter. De onderzijde van de voorvleugel is in sterke mate zwartachtig bespikkeld en gestreept en maakt een donkere indruk; alleen de voorrand en de achterrand zijn soms licht.