Stro-uiltje

Rivula sericealis

stro-uiltje

Vliegtijd & gedrag

Half mei-half oktober in drie generaties. De vlinders vliegen zowel overdag als vlak na de schemering; ze bezoeken bloemen, komen op licht en zijn gemakkelijk op te jagen.

Verspreiding

Levenscyclus

Stro-uiltje

Rups: juli-mei. De rups is vrijwel uitsluitend ´s nachts actief en verbergt zich overdag dicht bij de grond. De soort overwintert als rups en verpopt zich in een cocon tussen grashalmen.

Verspreiding

Van Noord-Afrika via het Iberisch schiereiland tot in zuidelijk Scandinavië. Naar het oosten tot de Grote Oceaan. Ook in Griekenland (Hacker 1989), Klein-Azië en op enige eilanden van de Middellandse zee.

Benaming

  • Engelse naam Straw Dot
  • Duitse naam Seideneulchen
  • Franse naam la Soyeuse
  • Oud Nederlandse naam kleine grasuil

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De grondkleur van dit kleine uiltje wordt omschreven als stro-kleurig. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Rivula: rivulus is een golf, mogelijk naar de duidelijk aanwezige postmediane lijn op de voorvleugel, die aan de golflijnjes van veel spanners doet denken. R. sericealis werd door Scopoli beschreven in Phalaena, de naam die de opvolgers van Linnaeus gebruikten voor de spanners plus de pyraliden.Rivula kan ook betekenen: oeverbewonend, naar de betekenis van rivulus als beek/rivier/stromend water.sericealis: sericeus is zijdeachtig, naar het glimmende oppervlak van de vleugels. De uitgang -alis omdat Scopoli dacht dat het een pyralide was.

Auteursnaam en jaartal
(Scopoli, 1763)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 13-15 mm. De voorvleugel van deze kleine spinneruil is strokleurig met een bruine achterrand en bruine franje; afgevlogen exemplaren zijn lichter, soms bijna witachtig van kleur. Kenmerkend is de duidelijke middenvlek, die op het eerste gezicht bruin lijkt, maar die met een loep bekeken bij verse vlinders paars blijkt te zijn met twee zwarte stipjes. De kleur van de voorvleugel is enigszins variabel; vooral exemplaren van de tweede generatie zijn soms geelachtig bruin of lichtbruin en kleiner.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bospaden

Graslanden

Heiden

Moerassen

Planten

Kortsteel

Pijpenstrootje

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden