Vliegtijd & gedrag
Half mei-eind juli in één generatie. De mannetjes vliegen aan het eind van de middag, in de schemering en bij zonsopkomst. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes komen op licht en rusten ´s nachts en overdag op grasstengels.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Tijgerbeertje
Rups: augustus-juni. De soort overwintert als rups. De verpopping vindt plaats in een losse cocon tussen stenen.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van Zuid- en West-Europa, inclusief de Britse eilanden, noord- en oostwaarts via de gematigde zone tot Oost-Siberië en Kamtsjatka. Naar het noorden tot boven de poolcirkel. In het zuiden verloopt de grens over Zuid-Frankrijk, de Balkan tot de Zwarte Zee.
Benaming
- Engelse naam Dew Moth
- Duitse naam Trockenrasen-Flechtenbärchen
-
Franse naam
l'Endrosie diaphane
la Rosée
la Diaphane -
Oud Nederlandse naam
kleine tijger
steenmosbeertje -
Synoniemen
Philea irrorella
Endrosa irrorella
Setina irrorea
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De aanduiding beertje heeft deze soort gemeen met de kleinere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken. Dit tijgerbeertje wordt in verband gebracht met de grote beren gele en witte tijger; de kleur is wat erg geel maar verder lijkt dit beertje wel wat op een verkleinde uitgave van die twee. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Setina: ses is een nachtvlinder. Schrank vertaalt de aanduiding 'Motteule'. De uitleg van o.a. Macleod dat Setina komt van 'een stad in Latium' is niet juist: geografische genusnamen kwamen pas later.irrorella: irroro is met dauw besprenkelen: Linnaeus geeft geen uitleg maar een tekening bij Clerck (1759) laat flink wat zwarte spetters zien. Een letterlijke verklaring is ook mogelijk omdat de vlinder hangend aan grasstengels gevonden kan worden met de vleugels helemaal bedauwd.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 11-18 mm. Kenmerkend zijn de drie rijen kleine zwarte vlekjes die dwars over de eigele voorvleugel lopen. De voorrand van de voorvleugel is helemaal recht, vooral bij het mannetje, waardoor de vlinder in rust de vorm heeft van een driehoek. Het vrouwtje is kleiner en heeft een smallere voorvleugel.