Vliegtijd & gedrag
Half mei-half augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Trapeziumuil
Rups: augustus-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag. De soort overwintert als rups en verpopt zich op of in de grond.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 17-19 mm. De grondkleur van de voorvleugel varieert van roodachtig bruin tot purperachtig zwart; vaak met een grijsachtige tint. Op de voorvleugel bevindt zich een opvallend zwart veld, waarin de lichtere ringvlek schuin naar binnen steekt. Langs de voorrand, vlak bij de vleugelpunt, ligt aan het einde van de golflijn een zwarte vlek. De achtervleugel is bruinachtig en altijd lichter dan de voorvleugel en heeft een oranjebruine franje en een flauwe halvemaanvormige middenvlek. Bij sommige exemplaren is het centrale deel van borststuk opvallend bleek en contrasterend.
Kenmerken rups
Tot 40 mm; lichaam bruin tot grijsachtig bruin; onderzijde licht grijsachtig bruin; over de rug een dubbele rij van zwartachtige balken, die op segment elf in een paar opvallende, wigvormige vlekken eindigen; kop lichtbruin met twee zwartachtige strepen.
Gelijkende soorten vlinder
De gewone breedvleugeluil (Diarsia rubi) mist het opvallende zwarte veld met de lichte vlek en is aanmerkelijk kleiner. De driehoekuil (X. triangulum) heeft een iets bredere en lichtere voorvleugel en een grijsbruine achtervleugel en mist de purperachtige tint. In vooraanzicht vertoont deze soort een bleek, horizontaal lijntje over de kraag, dat bij trapeziumuil ontbreekt. Zie ook de zwarte-c-uil (X. c-nigrum), de hoogveenaarduil (Coenophila subrosea) en de ruituil (X. stigmatica). Zie voor het verschil met de driehoekuil deze download van Wim Veraghtert van Natuurpunt.be
Gelijkende soorten rups
Volgeling (Noctua comes), kleine breedbandhuismoeder (Noctua janthina), open-breedbandhuismoeder (Noctua janthe), dubbelpijl-uil (Graphiphora augur), zwarte-c-uil (Xestia c-nigrum), driehoekuil (Xestia triangulum), bruine zwartstipuil (Xestia baja), kooluil (Mamestra brassicae), kleine huismoeder (Noctua interjecta) en splinterstreep (Naenia typica). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Foto's
Vlinder
Verspreiding
Zeldzaamheid
Zeer zeldzaam. Komt verspreid over het land voor, maar de laatste jaren maar erg weinig waarnemingen. RL: bedreigd.
België
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Geen recente gedocumenteerde waarnemingen. In Wallonië zeldzaam maar wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas; lokaal vrij algemeen. De soort staat als Regionaal Uitgestorven op de Rode Lijst Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
West- en Midden-Europa en via de gematigde zone tot Oost-Azië en zuidelijk daarvan tot Tibet. In het noorden tot de zuidpunt van Zweden en in het zuiden tot het noorden van de Middellandse Zee, verder naar het oosten tot Turkije (Pontisch gebergte). Geïsoleerd voorkomen op het Iberisch schiereiland en in zuidelijke delen van Italië.