Verdwenen

Tweekleurig hooibeestje

Coenonympha arcania

Vliegtijd & gedrag

Begin juni-half juli in één generatie. De vlinders voeden zich met nectar van kruidachtige planten en met dauwwater.

Tweekleurig hooibeestje

Verspreiding in Nederland

Tweekleurig hooibeestje

Trends

Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.

Levenscyclus

Tweekleurig hooibeestje

Rups: half juli-half juni. De soort overwintert als halfvolgroeide rups. De verpopping vindt plaats dicht bij de grond aan een gras- of plantenstengel. De eitjes worden afzonderlijk op de waardplant afgezet. Het vrouwtje heeft een voorkeur voor polletjes die groeien in een open vegetatie of bij kale grond.De rupsen groeien traag en overwinteren halfvolgroeid, diep verborgen in de graspol. De soort verpopt zich vlak bij de bodem aan stengeltjes van grassen of kruiden.De vlinders drinken nectar van kruiden maar kunnen ook op (dauw)water circa 10 dagen blijven leven. Het aantal individuen op de vliegplaatsen is vrij hoog, ca 64 individuen per hectare. De mannetjes vinden de vrouwtjes overwegend door patrouillevluchten.

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: circa 18 mm. De bovenkant van de voorvleugel is oranje met een donkerbruine rand en de bovenkant van de achtervleugel is bruin. Op de onderkant van de achtervleugel bevindt zich een rij oogvlekken en een alleenstaande, bruingeringde oogvlek. Aan de buitenkant van de rij oogvlekken loopt een zilverkleurige streep, aan de binnenkant ligt een breed wit veld dat langer is dan de rij vlekken. Het mannetje is iets kleiner en heeft kortere en spitsere vleugels dan het vrouwtje.

Gelijkende soorten vlinder

Bij het zilverstreephooibeestje is het witte veld op de onderkant van de achtervleugel smaller en niet langer dan de rij oogvlekken.

Foto's

Verspreiding

Zeldzaamheid

Het tweekleurig hooibeestje is een uit Nederland verdwenen standvlinder, die voor het laatst is waargenomen in 1988. De soort kwam vooral voor op de Veluwe.

Mobiliteit

Het tweekleurig hooibeestje is een weinig mobiele vlinder.

Regionaal

Aan het begin van de twintigste eeuw kwam de soort op een aantal verspreide plaatsen in Zuid- en Midden-Nederland voor. De grootste populaties vlogen op de Veluwe en in het Rijk van Nijmegen. Daarnaast kwam hij voor bij Breda, Echt (Limburg), de Utrechtse heuvelrug en in Zuid-Limburg. Geleidelijk aan verdween de soort overal. Begin jaren tachtig kwam hij alleen nog voor langs de zuidelijke Veluwezoom en vloog daar toen nog talrijk. In 1984 werden er nog tientallen exemplaren geteld op twee vliegplaatsen op de Hoge Veluwe en bij Terlet.Na de koude september en winter van 1986 en het natte voorjaar van 1987 was de soort vrijwel verdwenen. Het laatste individu werd daar in 1988 gezien. De dichtstbijzijnde populaties vliegen nu in Duitsland (Eifel) en de zuidelijke Ardennen.

Europa

Op Europees niveau is het tweekleurig hooibeestje niet bedreigd en over het algemeen is het voorkomen stabiel. De soort staat op de Waalse en Duitse Rode Lijst.

Mondiaal

Het tweekleurig hooibeestje komt voor van Portugal tot de Oeral en Voor-Azië en van Zuid-Zweden tot Noord-Spanje, Zuid-Italië en Noord-Griekenland.

Habitat

Warme droge schrale open graslanden op zonnige beschutte plaatsen. Het tweekleurig hooibeestje wordt zowel op zandgrond als op kalk gevonden. Altijd zijn in de buurt van het leefgebied struweel, grotere vrijstaande bomen of een bosrand aanwezig. Soms leeft deze soort op open plaatsen in bossen en heeft dan een voorkeur voor drie tot vijfjarige kapvlakten.

Waardplant

Open plekken in het bos

Schrale graslanden

Planten

Waardplanten zijn diverse grassoorten, waaronder vooral schapengras; ook gevinde kortsteel, beemdgras, struisgras, parelgras en witbol.

Waardplant

Beemdgras

Kortsteel

Parelgras

Struisgras

Witbol

Zwenkgras

Benaming

  • Engelse naam Pearly Heath
  • Duitse naam Perlgrasfalter
    Weissbindiges Wiesenvögelchen
  • Franse naam Céphale
  • Oud Nederlandse naam parelgrashooibeestje
    parelgrasvlinder
  • Synoniemen Coenonympha cephalus

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam

Toelichting wetenschappelijke naam
Coenonympha: koinos is gemeenschappelijk en numphe is nimf; Latreille deelde de Satyridae en de Nymphalidae in in een gemeenschappelijke groep.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1761)

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden