Vliegtijd & gedrag
Eind april-eind augustus in één generatie; in gunstige jaren soms een partiële tweede generatie, die dan tot eind september vliegt. De vlinders zijn ´s nachts actief en komen op licht en op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Tweestip-orvlinder
Rups: juni-september. Rust overdag tussen samengesponnen bladeren en foerageert ´s nachts. De rups verpopt zich in een cocon tussen de bladeren van de waardplant en valt daarmee in de herfst op de grond. De soort overwintert als pop.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Europa tot in het noorden van Scandinavië. Ontbreekt in het zuiden van het Iberisch schiereiland, in Italië en op de Zuid-Balkan. Naar het oosten via het gematigde Azië tot Korea en Japan.
Benaming
- Engelse naam Common Lutestring
- Duitse naam Zweipunkt-Eulenspinner
-
Franse naam
la Double-ligne
le Bipoint -
Synoniemen
Cymatophora duplaris
Tethea duplaris
Palimpsestis duplaris
Cymatophora bipuncta
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Zeven soorten uit de onderfamilie Thyatirinae zijn bijeengevoegd onder de groepsnaam orvlinder (nadere toelichting zie bij de orvlinder, Tethea or). Twee zwarte stipjes middenop de voorvleugel zijn kenmerkend voor deze soort. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Ochropacha: okhros is bleek geel en pakhus is dik, breed. Heeft waarschijnlijk betrekking op het brede, geelachtig bruine veld op de voorvleugel.duplaris: duplaris is dubbel. Van de twee kleine zwarte stipjes in de stigma op de voorvleugel.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1761)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-18 mm. Goede kenmerken zijn de twee kleine donkere middenvlekjes op de voorvleugel (soms is slechts één vlekje zichtbaar) en het schuine zwarte streepje in de vleugelpunt. Er is aanzienlijke variatie in intensiteit van de dwarslijnen en -banden.