Vliegtijd & gedrag
Eind april-eind juni in één generatie. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes vliegen overdag gemakkelijk op vanuit grasruigten en bezoeken bij zonnig weer bloemen. De vrouwtjes kunnen overdag ook ei-afzettend worden waargenomen. De mannetjes patrouilleren in de schemering op zoek naar vrouwtjes.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Vals witje
Rups: juli-mei. De soort overwintert als halfvolgroeide rups en verpopt zich daarna in een cocon die wordt vastgehecht aan een grashalm of een plantenstengel.

Ei-afzet

Rups

Vlinder
Verspreiding
In het zuiden: van het westelijke Middellandse Zeegebied via Sicilië, Italië, de Balkan, de Zwarte Zee en de Kaukasus tot het westen van Centraal-Azië. Noordelijk daarvan van West-Europa via de gematigde zone tot Mongolië en het Amoergebied; in het noorden tot Midden-Scandinavië. In alle Bondslanden van Duitsland vastgesteld.
Benaming
- Engelse naam Black-veined Moth
- Duitse naam Weisser Schwarzaderspanner
-
Franse naam
la Phalène blanche
la Divisée - Oud Nederlandse naam hertshooispanner
- Synoniemen Scoria lineata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Een spanner die veel op een witje (dagvlinder) lijkt.Vals witje was een reeds bestaande naam. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Siona: siona komt van de berg Sion; naar de kale, dorre tekening vindt Stephens, maar meer waarschijnlijk verwijst deze naam naar de stad en het kanton met dezelfde naam in Zwitserland.lineata: linea is een lijn, naar de donkere aders op de onderkant.
Auteursnaam en jaartal
(Scopoli, 1763)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 19-22 mm. Een zeer kenmerkende soort; in Nederland komt geen andere witte of crèmekleurige spanner voor met zwarte aders en banden aan de onderzijde van de vleugels. Verse vlinders zijn vooral bij het borststuk crèmekleurig, maar naarmate ze ouder worden, worden de vleugels steeds witter. Door het verdwijnen van de schubben schijnen de donkere aders steeds meer door de vleugels heen en worden ze ook aan de bovenkant duidelijk zichtbaar. De vleugels worden in rust vlak uitgespreid maar bij het neerstrijken en bij bloembezoek vouwt de vlinder ze vaak geheel of gedeeltelijk samen boven het lichaam zoals een dagvlinder. Het mannetje heeft een lang slank achterlijf waarvan het uiteinde omhoog is gekromd. Het achterlijf van het vrouwtje, dat van voren breed en aan het uiteinde spits is, is niet gekromd. Het vrouwtje heeft bovendien iets kleinere en hoekigere vleugels.