Vliegtijd & gedrag
Eind april-eind juni in één generatie. De vlinders kunnen opgejaagd worden vanuit varenplanten en komen goed op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Varenspanner
Rups: juni-september. De rups is vooral ´s nachts actief. De soort overwintert als pop in de grond.

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden tot Oost-Azië; in het noorden tot Midden-Scandinavië, in het zuiden van de westelijke eilanden in de Middellandse Zee via de Balkan tot Klein-Azië.
Benaming
- Engelse naam Brown Silver-line
- Duitse naam Adlerfarnspanner
- Franse naam la Phalène de l'aquiline
-
Synoniemen
Lozogramma chlorosata
Lithina chlorosata
Petrophora petraria
Phasiane petraria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Moeras- en adelaarsvaren zijn de waardplanten van deze spannersoort. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Petrophora: petros is een rots en phoreo is dragen; naar de steenkleurige band op de voorvleugel.chlorosata: Hübner noemde chlorosata eerst petraria. Khloros is bleek groen of alleen bleek, naar de grondkleur. Scopoli omschrijft de kleur als wit of bijna de gelaatskleur van een geelzuchtpatient. Scopoli volgde een doktersopleiding voor hij zich met biologie ging bezig houden. Hij noemde de beschrijving van een soort dan ook 'diagnosis'.
Auteursnaam en jaartal
(Scopoli, 1763)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-18 mm. Deze spanner houdt in rust de voorvleugel naar achteren over de achtervleugel gevouwen en doet daardoor op het eerste gezicht denken aan een soort uit de familie van de uilen (Noctuidae). De twee bruingerande zilverachtige centrale dwarslijnenen met daartussen de donkere centrale vlek op de voorvleugel zijn kenmerkend. Over de lichter gekleurde achtervleugel loopt een enkele soortgelijke dwarslijn. Grootte en kleur zijn enigszins variabel (de vlinder is vaak bruiner dan op de afbeelding) en de dwarslijnen zijn niet altijd even duidelijk.