Vliegtijd & gedrag
Eind juni-eind juli in één generatie. De vlinders komen matig op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Varenuil
Rups: juli-oktober. De soort overwintert als volgroeide rups in een spinsel op de grond, waarin hij zich pas in het voorjaar verpopt.

Vlinder
Verspreiding
Van Marokko via heel Zuid-Europa tot Turkije (Pontisch gebergte) en Noord-Iran. Naar het noorden tot de Noord- en de Oostzee (Denemarken, waar het areaal fluctueert; hier net als in Groot-Britannië enkelingen die als trekkers dienen te worden beschouwd); van Estland door de gematigde (Aziatische) zone tot China, Korea en Japan, naar het zuiden tot Assam en Pakistan.
Benaming
- Engelse naam The Latin
- Duitse naam Adlerfarneule
- Franse naam la Noctuelle de la fougère
-
Synoniemen
Eriopus juventina
Callopistria purpureofasciata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Adelaarsvaren is de enige waardplant van deze uil.Meer over Nederlandse namen Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Callopistria: callos is schoonheid en opisteros is achterkant. Met een mooie achterkant dus, wijzend op het abdomen met een witte ring.juventina: juventinus komt van juventus is de tijd van de jeugd. De vlinder heeft heldere kleuren en straalt zo jeugdigheid uit.
Auteursnaam en jaartal
(Stoll, 1782)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-16 mm. Een karakteristieke soort met een complexe tekening op de voorvleugel. Opvallend zijn de crèmekleurige aders en de crèmekleurige vlek die dicht bij de vleugelpunt ligt en die overgaat in een getande lijn. De lichtgekleurde, donker begrensde buitenste dwarslijn lijkt vlak voor de voorrand over te gaan in de lichte omranding van de niervlek. Langs de buitenzijde van de buitenste dwarslijn ligt een rozeachtig violette band.