Bedreigd

Variabele herfstuil

Agrochola lychnidis

variabele herfstuil

Vliegtijd & gedrag

Begin september-half november in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken overrijpe bramen en bloemen van klimop.

Verspreiding

Levenscyclus

Variabele herfstuil

Rups: maart-juli. De rups, die vooral ´s nachts actief is, eet eerst van kruidachtige planten en later ook van verschillende soorten loofbomen en struiken. De rups maakt een losse cocon in de grond en verpopt zich daarin enkele weken later. De soort overwintert als ei.

Ei-afzet

Museum

Verspreiding

Van Noordwest-Afrika (Marokko, Tunesië) door heel Zuid- en Midden-Europa. Noordelijk tot Schotland, Denemarken, Zuid-Zweden en Polen. In Azië tot de Kaukasus, Armenië, Iran en Israël.

Benaming

  • Engelse naam Beaded Chestnut
  • Duitse naam Veränderliche Herbsteule
  • Franse naam la Cannelée
    la Noctuelle de la lychnide
  • Synoniemen Orthosia lychnidis
    Amathes lychnidis
    Agrochola lychnitis
    Agrochola pistacina
    Orthosia pistacina

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De herfstuilen vliegen in het najaar.De grondkleur van deze herfstuil is tamelijk variabel. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Agrochola: agros is een veld, de grondkleur en khole is bitterheid, gal, de kleur van gal: groen- of, zoals hier, geelachtig; naar de kleur van een aantal van deze soorten.lychnidis: Lychnis is het plantengeslacht koekoeksbloem met waarschijnlijk wel een paar voedselplanten van deze zeer polyfage soort.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 15-18 mm. Deze uil is variabel, maar meestal goed te herkennen. De enigszins puntige voorvleugel heeft een kastanjebruine of roodachtig bruine grondkleur, maar kan meer geelachtig zijn of juist donkerder en grijsachtig. De donkere ringvlek is klein en langgerekt; de niervlek is meestal donker en smal. Aan de binnenzijde van de golflijn bevindt zich langs de voorrand meestal een donkerbruine of zwartachtige korte schuine streep of wigvormige vlek. Meestal bevinden zich in het middenveld enkele zwakkere zwarte vlekken langs de voorrand; de voorrand zelf is soms witachtig van kleur, wat het beste is te zien vanaf de kopzijde. Sommige exemplaren hebben een zwakke tekening, andere hebben opvallende lichte of donkere dwarslijnen en licht gekleurde aders.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Graslanden

Heiden

Loofbossen

Parken

Struwelen

Tuinen

Planten

Boterbloem

Klaver

Meidoorn

Muur

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden