Vliegtijd & gedrag
Eind februari-begin juni in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer; ze bezoeken bloemen van sleedoorn en wilgenkatjes.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Variabele voorjaarsuil
Rups: april-juli. De rupsen leven eerst in de zich ontwikkelende knoppen van de waardplant, daarna in samengesponnen uitlopers of bladeren; grotere rupsen verbergen zich overdag in de strooisellaag. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Het Iberisch schiereiland, en heel Europa tot Oost-Azië (Japan). Naar het noorden tot het noorden van de Britse eilanden, Zuid-Scandinavië en verder naar het oosten. Naar het zuiden tot Marokko, het Middellandse Zeegebied, Italië, de Balkan, Klein-Azië, de Zwarte Zee en de Kaspische Zee.
Benaming
- Engelse naam Clouded Drab
- Duitse naam Variable Kätzcheneule
-
Franse naam
l'Inconstante
la Fragile
l'Orthosie variable - Oud Nederlandse naam onstandvastige vlinder
-
Synoniemen
Taeniocampa incerta
Monima incerta
Orthosia instabilis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Voorjaarsuilen vliegen vroeg in het jaar. De meeste zijn Orthosia-soorten.Deze soort is met recht variabel te noemen. De nachtvlindergids toont vijf varianten en Skinner zes.Ook de Latijnse, Duitse en Franse soortnaam wijzen op het variabele karakter van deze voorjaarsuil. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Orthosia: orthosis is recht maken. De aandacht wordt erop gevestigd dat dit genus anders is dan b.v. dat van Lacanobia, dit genus heeft een rechte subterminale lijn. Orthosia was ook een aanroepnaam van Artemis en waarschijnlijk had Ochsenheimer beide mogelijkheden in gedachten.incerta: incertus is niet vastgelegd. Naar de grote variatie binnen deze soort.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-20 mm. Deze zeer variabele uil is in de meeste gevallen goed herkenbaar. De voorvleugel heeft altijd een hoekige vleugelpunt en de tekening is meestal vrij ruw en vlekkerig. Aan de binnenzijde van de lichte, enigszins onregelmatige golflijn bevinden zich vrijwel altijd enkele kleine donkere vlekken: bij de voorrand, iets voor het midden en bij de binnenrand van de vleugel. Bij donkere exemplaren zijn deze vlekken minder duidelijk en bij heel lichte exemplaren ontbreken ze soms. Kleur en tekening variëren sterk: er zijn zwartachtige of donker roodachtig bruine exemplaren met een grotendeels onduidelijke tekening, sommige exemplaren zijn lichtbruin, roodachtig grijs of lichtgrijs met donkerbruine of zwartachtige spikkels en vlekken en/of onregelmatige banden en er komen vrij effen gekleurde vlinders voor. Bij veel exemplaren contrasteert het grijze borststuk met de donkere of bruine vleugels.