Vliegtijd & gedrag
Half april-begin oktober in twee generaties. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Variabele w-uil
Rups: juni-oktober. De rups foerageert ´s nachts. De soort overwintert als pop in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van de Pyreneeën noord- en oostwaarts via heel Europa en de gematigde zone tot Oost-Azië. Naar het noorden tot Noord-Scandinavië. Naar het zuiden tot het Middellandse Zeegebied en tot Voor-Azië.
Benaming
- Engelse naam Dog's Tooth
- Duitse naam Veränderliche Kräutereule
-
Franse naam
la Noctuelle enfumée
la Noctuelle couleur de suie -
Synoniemen
Mamestra suasa
Hadena suasa
Lacanobia dissimilis
Mamestra dissimilis
Polia dissimilis
Hadena dissimilis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De w-uilen zijn Lacanobia-soorten en hebben tegen de achterrand van de voorvleugel een duidelijke w.Deze soort is zeker variabel: twee kleurvormen met allerlei tussenvormen. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Lacanobia: een foute schrijfwijze van lachanobia; lakhana is groenten en bioo is leven. Het oorspronkelijke genus was uitgebreider en omvatte ook een aantal groente-eters, zoals M. brassicae.suasa: suasum is een kleur gemaakt uit een kleurstof of uit een rookkleurige spray. Hoe het ook zij, gepoogd wordt om met suasa de kleur van de voorvleugels aan te duiden.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-20 mm. Op de voorvleugel bevindt zich een vaak zwartachtig opgevulde, korte tapvlek, die opvalt als een massieve donkere vlek. Het binnenste deel van de niervlek en het daar omheen liggende gedeelte van het middenveld zijn vaak donker gekleurd. Er zijn twee duidelijk verschillende kleurvormen: de één is grijsachtig bruin met een zandkleurige bestuiving, de ander heeft een gelijkmatig grijsachtig donkerbruine voorvleugel waarop alleen de tapvlek, de witachtige W in de golflijn en de zwarte streep in de vleugelwortel te zien zijn en maakt een bontere indruk; ook tussenvormen komen voor.