Ernstig bedreigd

Veenhooibeestje

Coenonympha tullia

veenhooibeestje

Vliegtijd & gedrag

Eind mei-midden juli in één generatie, een enkele keer is een vlinder van een tweede generatie gevonden. De vlinders besteden slechts weinig tijd aan het zoeken van nectar; de belangrijkste nectarplant is dopheide. De mannetjes bezetten geen territorium en vliegen veel, vooral in de middag. De vrouwtjes zijn veel minder actief en verbergen zich vaak in de vegetatie.

Verspreiding

Levenscyclus

Veenhooibeestje

Rups: half juli-half juni. De rupsen eten van de zachte toppen van de bladeren. De soort overwintert als rups, diep verscholen in een pol van de waardplant; hier zijn de rupsen goed bestand tegen hoge waterstanden en vrieskou. ei-afzetHet vrouwtje zet de eitjes afzonderlijk af, meestal op dorre, bruine bladeren aan de basis van een grote pol van de waardplant.rups en verpoppingDe rupsen eten van de zachte toppen van de bladeren. Wanneer zij stoppen met eten of als het slecht weer is, trekken ze zich terug in het binnenste van de pol. Rupsen overwinteren in het derde - soms vierde - stadium, diep verscholen in de pol, waar ze hoge waterstanden en vrieskou kunnen overleven. Als het waterpeil stijgt, kruipt de rups langs een spriet wat omhoog. Toch is het overlevingspercentage in natte winters aanmerkelijk lager dan in drogere winters. Het veenhooibeestje verpopt zich op of nabij de waardplant.vlindersDe eerste vlinders verschijnen in juni. Het aantal exemplaren op de vliegplaatsen is gemiddeld, zo´n 4 tot 64 exemplaren per hectare. Slechts ongeveer 10 procent van de tijd besteden ze aan het drinken van nectar, voornamelijk van gewone dophei. Dat de vrouwtjes nectar nodig hebben voor de ontwikkeling van de eitjes is overigens nog niet aangetoond.De mannetjes bezetten geen territorium en vliegen veel. Zij zijn vooral ‘s middags actief, ook bij temperaturen onder de twintig graden. Vrouwtjes zijn minder actief. Zij vliegen slechts korte afstanden en verbergen zich vaak in de vegetatie. Maagdelijke vrouwtjes zitten in de vegetatie met hun kop omhoog. Wanneer een mannetje passeert, vliegt het vrouwtje in de regel naar het mannetje toe. Zij landt vervolgens ergens in de vegetatie of op de grond. Meestal volgt het mannetje haar, baltst en paart. Door deze actieve opstelling zorgt het vrouwtje ervoor dat de bevruchting snel plaatsvindt, waardoor zij voldoende tijd heeft voor het afzetten van de eitjes. Vrouwtjes die al gepaard hebben, blijven zitten als een mannetje passeert. De mannetjes ontdekken deze vrouwtjes dan ook bijna nooit, hoewel ze er geregeld vlak langs vliegen.

Verspreiding

Het veenhooibeestje komt voor van Ierland tot Oost-Azië en van Midden-Scandinavië tot Zwitserland.

Benaming

  • Engelse naam Large Heath
  • Duitse naam Grosses Wiesenvögelchen
  • Franse naam Le Daphnis
    Fadet des tourbières
  • Synoniemen Coenonympha davus
    Satyrus davus
    Coenonympha philoxenus
    Coenonympha tiphon

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam

Toelichting wetenschappelijke naam
Coenonympha: koinos is gemeenschappelijk en numphe is nimf; Latreille deelde de Satyridae en de Nymphalidae in in een gemeenschappelijke groep.tullia: Tullius, vrouwelijk Tullia is een Romeinse persoonsnaam zoals b.v. Marcus Tullius Cicero, volgens 18e eeuwse schrijvers ook wel 'Tully' genoemd.

Auteursnaam en jaartal
(Müller, 1764)

Trends

Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.

Herkenning

Voorvleugellengte: circa 19 mm. De bovenkant van de vleugels is vrijwel effen bruin; in de vleugelpunt van de voorvleugel bevindt zich een kleine zwarte oogvlek. Over de onderkant van de achtervleugel loopt een rij witgekernde en geelgeringde zwarte oogvlekken; de duidelijkheid van deze vlekken is variabel.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Hoogveen

Veengebieden

Planten

Pijpenstrootje

Smele

Wollegras

Zegge

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden