Vliegtijd & gedrag
Begin mei-eind juli in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Veldgrasuil
Rups: augustus-april. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag dicht bij de grond in een licht spinsel. De soort overwintert als rups en verpopt zich in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Noordwest-Afrika (Marokko), Europa, Voor- en Midden-Azië. In Europa noordelijk tot Schotland, Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden en Zuid-Finland. Naar het zuiden tot Sicilië en Griekenland.
Benaming
- Engelse naam Large Nutmeg
- Duitse naam Feldflur-Grasbüscheleule
-
Franse naam
le Double-Feston
la Noctuelle équivoque - Oud Nederlandse naam valse grasworteluil
-
Synoniemen
Apamea sordida
Hadena sordida
Luperina sordida
Parastichtis sordida
Luperina infesta
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.De naam algemeen gehouden door aan te geven dat hij in het veld voorkomt. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Apamea: apamea is de naam van een stad in Klein-Azië waar Theodorus, een van de oude kerkvaders woonde; verder zonder enthomologische betekenis. Auteurs gebruikten wel vaker namen van steden in Klein-Azië en telkens met een kerkelijke achtergrond en zonder verdere enthomologische betekenis: Thyatira (Ochsenheimer) en nicaea (Prunner). Antiochus de Grote tekende in Apamea een vredesovereenkomst met de Romeinen (88 v.Ch) na de verloren slag bij Magnesia.anceps: anceps is twijfelachtig. Mogelijk omdat er twijfel was of dit wel een eigen soort zou moeten zijn.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-21 mm. De voorvleugel is enigszins variabel van vorm, maar over het algemeen loopt de vleugel smal toe en wijkt de achterrand vrij sterk naar binnen. Ook de breedte van de vleugel en de grootte van de vlinder variëren aanzienlijk. De voorvleugel heeft een licht strokleurige, zandkleurige of grijsachtig bruine kleur, soms enigszins roodachtig getint, met een zandkleurige marmering. De vele zandkleurige vlakjes in het zoomveld vormen een brede onregelmatige band. De ringvlek en de niervlek zijn doorgaans duidelijk zichtbaar en vooral de niervlek is licht of witachtig omrand. De centrale dwarslijnen zijn doorgaans als fijne donkere lijnen zichtbaar; de binnenste is stomp getand, de buitenste geschulpt. Vooral in het zoomveld vallen de donkere aderen op.