Vliegtijd & gedrag
Half april-begin september in twee, soms drie generaties. De vlinders kunnen gemakkelijk worden opgejaagd uit struiken en lage vegetatie. Ze vliegen vanaf de schemering en komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Vierbandspanner
Rups: juni-juli en september-oktober. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag.

Rups
a.webp)
Cocon

Vlinder
Verspreiding
In Europa veelal dezelfde verbreiding als X. spadicearia; in het zuiden en oosten tot Kazachstan en het Amoer-gebied. Voor Kamtsjatska ssp. maliasei (Diakonov 1929). Ook in Noord-Amerika (Ferguson 1983).
Benaming
- Engelse naam Dark-barred Twin-spot Carpet
- Duitse naam Dunkler Rostfarben-Blattspanner
- Franse naam la Rouillée
-
Oud Nederlandse naam
rode bandspanner
vierbandspanner -
Synoniemen
Larentia ferrugata
Cidaria ferrugata
Eubolia ferrugaria
Xanthorhoe unidentaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De bandspanners hebben een bandtekening dwars over de vleugels.Met wat fantasie zijn vier banden op de voorvleugels te onderscheiden, dat vond althans dhr. Ter Haar die deze soort vierbandmeter noemde in zijn boek 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw). Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Xanthorhoe: xanthos is geel en rhoe is een stroom, een rivier; verwijzend naar de gelige kronkellijnen die een aantal soorten van dit genus kenmerken.ferrugata: ferrugo is ijzerroest; de kleur van de mediane dwarsband. Deze naam zou beter passen bij X. spadicearia.
Auteursnaam en jaartal
(Clerck, 1759)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-13 mm. Er zijn zowel exemplaren met een zwartachtige als soms ook een meer roodbruine middenband. Exemplaren met een rood-achtige middenband zijn aan de hand van uiterlijke kenmerken niet van de bruine vierbandspanner (X. spadicearia) te onderscheiden. Exemplaren met een zwarte middenband behoren betreffen vierbandspanners. Soms wordt de duidelijke inkeping aan de binnenzijde van de brede donkere middenband als diagnostische vermeld. Dit kenmerk is echter niet diagnostisch. Vlak bij de vleugelpunt bevindt zich een vrij opvallende dubbele vlek. De onderzijde van voor- en achtervleugel zijn doorgaans grijsachtig en weinig contrastrijk getekend, met kleine, onopvallende middenstippen.