Vliegtijd & gedrag
Half maart-eind juli in één generatie. De vlinders kunnen overdag op boomstammen worden gevonden of worden opgejaagd uit het struikgewas. Ze komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Vierkantspikkelspanner
Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop in de grond.

Vlinder
Verspreiding
Van de Britse eilanden via de gematigde zone tot Oost-Azië; in het zuiden Portugal, Frankrijk, Italië en een paar Balkanlanden; ontbreekt echter ook vaak in delen van deze gebieden. In het noorden tot Zuid-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Square Spot
- Duitse naam Glattbindiger Rindenspanner
- Franse naam la Boarmie du tilleul
-
Oud Nederlandse naam
de aanverwant
de gelijke -
Synoniemen
Ectropis consonaria
Boarmia consonaria
Tephrosia consonaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.Vierkant verwijst naar de donkerbruine vierkante vlek op de voovleugels halverwege de buitenste dwarslijn. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Paradarisa: para is naast en Darisa is een tropisch genus; heeft dus veel gemeen met het Darisa-genus, het verschil zit in de bouw van de antennen.consonaria: consonus is strokend met, passend bij; een mogelijke uitleg is: de vlinder zit geregeld op boomstammen en past daar zeer goed bij. Het kan ook betekenen: lijkt veel op nabije andere soorten.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1799)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 18-20 mm. Een belangrijk kenmerk van deze soort is de donkerbruine vierkante vlek op de voorvleugel, halverwege de buitenste dwarslijn. Wanneer deze vierkante vlek vaag is of wegvalt tegen de donkere zoom, is de grijswitte, of in elk geval lichtere, brede middenband, die contrasteert met de donkerdere vleugelzoom, een belangrijk hulpmiddel bij de herkenning. Dit kenmerk ontbreekt bij de zeldzame zwarte vormen, die meestal alleen nog een wit wortelveld, heel vaag een licht afgezette buitenste dwarslijn en een lichte golflijn bezitten.