Vliegtijd & gedrag
Eind juli-begin oktober in één generatie. In de schemering zijn de vlinders vaak boven graslanden te vinden. Ze komen op licht en op smeer; bloemen van onder andere kruiskruid en struikhei worden geregeld bezocht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Vierkantvlekuil
Rups: september-mei. De soort overwintert als rups en eet tijdens milde winterdagen door. In maart of april is de rups volgroeid; voorafgaand aan de verpopping leeft hij eerst ongeveer twee à drie maanden als prepupa in een cocon in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Noordwest-Afrika (Marokko tot Tunesië), Zuid- en Midden-Europa naar het noorden tot Schotland en Midden-Scandinavië. Klein- en Voor-Azië naar het oosten tot Zuidwest-Iran en West-Toerkestan. In de VS rond 1900 geïmporteerd en daar tot voor kort als X. trumani (Smith, 1903) aangeduid.
Benaming
- Engelse naam Square-spot Rustic
- Duitse naam Braune Spätsommer-Bodeneule
-
Franse naam
la Trimaculée
la Xanthographe -
Synoniemen
Agrotis xanthographa
Amathes xanthographa
Rhyacia xanthographa
Segetia xanthographa
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Het donkere gedeelte tussen ringvlek en niervlek is (min of meer) vierkant van vorm. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Xestia: xestos is opgewreven, glad, naar de glimmende voorvleugels van een aantal soorten in dit genus.xanthographa: xanthos is geel en graphe is een merkteken, naar de geelachtige vlekken op de voorvleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-17 mm. Een erg variabele nazomersoort. De lichte en/of licht omlijnde niervlek, die door de donkere opvulling aan de uiteinden van de lobben soms vierkant of enigszins X-vormig lijkt te zijn, is kenmerkend; bij donkere exemplaren is de niervlek soms onduidelijk. Ook de ringvlek steekt vaak licht af en tussen de ringvlek en de niervlek ligt doorgaans een donker vlak. De voorvleugel is verder zwak getekend. De geschulpte centrale dwarslijnen zijn niet altijd even goed zichtbaar; de buitenste dwarslijn is echter altijd als een rij stippen of streepjes zichtbaar. De kleur van de voorvleugel varieert van lichtbruin via rood- of grijsachtig bruin tot zwartachtig bruin.