Vliegtijd & gedrag
Begin juni-half september in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Viervlakvlinder
Rups: september-juni. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich in een losse cocon in een spleet.

Ei-afzet

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch schiereiland via West-Europa, inclusief de Britse eilanden, naar het oosten via de gematigde zone tot Oost-Azië. In het zuiden via het noordelijk deel van het Middellandse Zeegebied (inclusief Italië, Corsica en Sardinië) tot Klein-Azië en de Kaspische Zee (Noord-Iran). Naar het noorden tot in Zuid-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Four-spotted Footman
- Duitse naam Vierpunkt-Flechtenbärchen
- Franse naam la Lithosie quadrille
-
Synoniemen
Oeonistis quadra
Gnophria quadra
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De viervlakvlinder heeft vier donkere vlekken op de voorvleugels van het vrouwtje. Vier is ook opgenomen in de Franse, de Duitse en de Engelse naam.Zie ook de 'toelichting wetenschappelijke naam'. Meer over Nederlandse namen Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Lithosia: lithos is een steen. Dit slaat op het voedsel van de rupsen namelijk korstmossen die op stenen groeien. Deze genusnaam was bedoeld om alle mosbeertjes te omvatten dus wat nu de subfamilie Lithosiinae omvat.quadra: quadra is een vierkant. Naar de stippen op de voorvleugels van het vrouwtje; bij een opgezet exemplaar vormen ze bijna een rechthoek. Wellicht kende Linnaeus het bijbehorende mannetje niet.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 18-22 mm. De grootste soort binnen de 'kleine beertjes'. Het vrouwtje heeft op de gele voorvleugel twee grote blauwzwarte stippen. Het mannetje heeft een zachtgrijze voorvleugel met een opvallend geel wortelveld en een blauwzwarte streep aan de basis van de voorrand. Ook de poten zijn volledig zwart met blauwachtige schijn.