Vliegtijd & gedrag
Begin mei-eind augustus in twee generaties. De vlinders bezoeken zowel ´s nachts als overdag bloemen van onder andere spoorbloem; ze komen slecht op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Vlasbekuiltje
Rups: juni-september. De rups foerageert overdag op de bloemen van de waardplant; de waardplant wordt ook gebruikt om op te rusten en te zonnen. De soort overwintert als pop, soms meerdere jaren, in een stevige ovale cocon tussen de zaaddozen van de waardplant (waar de cocon nauwelijks zichtbaar is doordat hij dezelfde vorm heeft) of op een muur of een paaltje.

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Nagenoeg in heel Europa. Naar het zuiden tot de Middellandse Zee, naar het noorden tot Zuid-Engeland, West-Noorwegen en Midden-Finland. In Azië naar het oosten tot het Amoer-Oessoeri-gebied; zuidelijk tot Pamir en Issyk Koel, maar niet in Japan. In Noordwest-Duitland, Denemarken en Groot-Britannië komt lunula pas de laatste 60 jaar voor en wordt daar gezien als uitbreider of als trekker (Bretherton, Goater & Lorimer 1983, Heinicke & Naumann 1980 - 1982, Lobenstein 1982, Warnecke 1961). In Canada werd lunula ingevoerd om Linaria (vlasleeuwenbek) te bestrijden (Mikkola, Lafontaine & Kononenko 1991) en heeft zich daarna naar de VS uitgebreid (Rings et al. 1992)
Benaming
- Engelse naam Toadflax Brocade
- Duitse naam Möndcheneule
-
Franse naam
la Calophasie d'Hufnagel
la Linariette - Synoniemen Cleophana linariae
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Naast gestreepte leeuwenbek is ook vlasbekje een belangrijke waardplant voor dit vlasbekuiltje. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Calophasia: kalon is hout en phasis is het uiterlijk, verwijzend naar de gelijkenis van deze soorten met dood hout, hoewel dit duidelijker naar voren komt in verwante genera.lunula: lunula is een maantje, wijzend op het maanvormige uiterlijk van de postdiscale lijn.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-15 mm. Deze uil heeft net als de Cucullia-soorten een rechtopstaande, behaarde halskraag. Op de vrij brede grijsbruine voorvleugel vallen de witte uilvlekken het meest op. De kleine ringvlek ligt in de donkere middenschaduw en de niervlek is zichtbaar als een halvemaanvormige vlek in de brede lichte buitenste dwarslijn. Opvallend is ook de witte tapvlek halverwege de binnenste dwarslijn. In het zoomveld bevinden zich dikke zwarte streepjes en de franje is geblokt. Er is weinig variatie.