Vliegtijd & gedrag
Eind mei-begin augustus in één generatie; soms een zeer partiële tweede generatie eind september-begin oktober. De vlinders komen meteen na het donker worden geregeld op verlichte vensters en lichtvallen af. Overdag worden ze soms opgejaagd.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Vliervlinder
Rups: eind augustus-juni. De rups is ´s nachts actief. De soort overwintert als rups in een bastspleet en vormt een losse cocon op de waardplant.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch Schiereiland via heel Europa naar de Oeral; in het zuiden het noordelijke Middellandse Zeegebied, de Balkanlanden en de Zwarte Zee, in het oosten tot de Altaj en in het noorden tot Zuid-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Swallow-tailed Moth
- Duitse naam Nachtschwalbenschwanz
-
Franse naam
la Phalène du sureau
la Phalène soufrée - Synoniemen Urapteryx sambucaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Vliervlinder is een naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).De rups leeft op struiken met een lichte voorkeur voor vlier. Meer over Nederlandse namen Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Ourapteryx: oura is een staart en pteron is vleugel; naar de achterrandsvorm van de achtervleugel.sambucaria: Sambucus is het plantengeslacht vlier hetgeen, ook volgens Linnaeus, een waardplant is.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 22-30 mm. Goed herkenbaar aan het opvallende puntige staartje aan de achtervleugel waarop twee donkerbruine stippen liggen. Verse vlinders zijn licht citroengeel, maar in de loop van de tijd worden ze steeds witter. Op de voorvleugel bevinden zich twee donkere dwarslijnen met daartussen een klein streepje en over de achtervleugel loopt één dwarslijn. Er is weinig variatie, maar het vrouwtje is over het algemeen groter.