Vliegtijd & gedrag
Half april-half augustus in twee generaties. De vlinders komen op licht en op smeer.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Vogelwiekje
Rups: juni-oktober. De soort overwintert als pop in de grond.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 16 mm. Deze uil is goed te herkennen aan het lichte borststuk en de daarmee verbonden lichte strook langs de binnenrand van de donkerbruine voorvleugel; in de binnenrandhoek loopt deze strook uit in een lichte vlek die enigszins doet denken aan de vleugel van een vogel, waaraan deze soort zijn Nederlandse naam te danken heeft. Kleur en tekening variëren weinig.
Kenmerken rups
Tot 35 mm; lichaam dik, roodachtig bruin met gele en zwarte spikkels; over de rug een witte middenstreep met aan weerszijden drie donkerbruine lengtestrepen; onder de lijn van de spiracula een brede, gele lengteband; kop klein en bruin met zwarte streepjes.
Gelijkende soorten rups
Haarbos (Ochropleura plecta).
Foto's
Rups
Vlinder
Verspreiding
Zeldzaamheid
Algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en in de duinen; ook daarbuiten af en toe een waarneming. RL: niet bedreigd.
België
Vrij algemeen in het hele land. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Bijna heel Europa van de Middellandse Zee tot de 64e breedtegraad in Scandinavië. West-Azië (inclusief Klein-Azië). Populaties in het oosten van de VS en Canada behoorden vroeger bij scabriuscula maar in 1974 als zelfstandige soort beschreven door Berio.